Nederland en Italië ruziën over euthanasie
DEN HAAG/ROME - De Nederlandse regering is verontwaardigd over de vergelijking die een Italiaanse minister trok tussen de euthanasieregels in ons land en naziwetgeving. De betrokken minister weigert excuses aan te bieden.
Premier Balkenende en minister Bot van Buitenlandse Zaken reageerden vrijdag fel op de beschuldiging van Giovanardi, de minister van Parlementsrelaties. „Dit is onacceptabel. Zo gaan we niet met elkaar om. Dit geeft geen pas”, aldus Balkenende vrijdag. De premier zal volgende week, tijdens een EU-top in Brussel, zijn Italiaanse collega Berlusconi aanspreken op de uitlatingen van Giovanardi.De minister zei donderdag in een Italiaans radioprogramma: „De naziwetgeving en de ideeën van Hitler komen terug in Europa via de Nederlandse euthanasiewetgeving en het debat dat daar wordt gevoerd over de vraag hoe zieke kinderen kunnen worden gedood.”
Hij noemde de discussie over het doden van kinderen die „ziek zijn of het syndroom van Down hebben” eugenetica. „Dan kunnen we dat net zo goed bij ouderen toepassen”, aldus Giovanardi.
Minister Bot was vrijdag zo verontwaardigd dat hij de Italiaanse ambassadeur onmiddellijk op het matje riep. Die verklaarde dat Giovanardi niet het standpunt van de Italiaanse regering verwoordde. „Dat is een duidelijke boodschap”, aldus een woordvoerder van Bot.
„Uit dergelijke uitlatingen blijkt dat de minister zich volstrekt niet heeft verdiept in de Nederlandse wetgeving. Dit geeft echt geen pas”, aldus Bot. Volgens hem zijn Nederlandse diplomaten in het buitenland druk bezig om uit te leggen hoe de Nederlandse euthanasiewetgeving in elkaar zit.
Giovanardi, evenals Balkenende en Bot een christendemocraat, zal Nederland geen excuses aanbieden. „Ik hoef me niet te verontschuldigen, want ik ben tegen het weghalen van personen die niet perfect zijn. Ik deel alleen maar de mening van medici en gerenommeerde instellingen in Nederland”, aldus de Italiaanse bewindsman.
In het radioprogramma waarin Giovanardi donderdag zijn uitlatingen deed, eiste de woordvoerder van de radicale partij Capezzone al dat de christendemocraat zijn excuses zou aanbieden, maar ook toen ging hij daar niet op in.