Bij de duik werd het zogenoemde invasiekoord, dat herinnert aan de landing in Normandië in 1944, gedoopt. Dit onder het motto ”Zij uit zee, wij uit zee”. Het oranje-blauwe koord, dat dient als een onderscheiding, werd ter herinnering aan de invasie door koningin Wilhelmina aan de manschappen van de Prinses Irene Brigade toegekend.De nieuwe militairen werden eerder op de ochtend officieel beëdigd op het Kerkplein bij de Grote of St. Jacobskerk. Aan de kerk is de plaquette bevestigd die herinnert aan de Bevrijding van Den Haag door de Prinses Irene Brigade. De commandant der strijdkrachten, generaal Berlijn, en locoburgemeester Bruins spraken de nieuwe militairen toe. De beëdiging werd muzikaal opgeluisterd door het fanfarekorps van de Koninklijke Landmacht.

Ter gelegenheid van de beëdiging en de koorduitreiking was er op het strand bij het Kurhaus een open dag van de Fuseliers Prinses Irene. Daarbij waren een YPR-pantservoertuig met infanteriegroep, een Patria (groot wielpantservoertuig) en een Fennek (pantserverkenningsvoertuig) aanwezig. Deze voertuigen gaan mee op internationale vredesmissies.

Het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene zet de tradities voort van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene, die in 1941 door koningin Wilhelmina in Engeland werd opgericht. Prinses Irene is beschermvrouwe van het regiment, waaraan in 1948 door koningin Juliana het predikaat ”garde” werd toegekend. De fuseliers nemen deel aan internationale vredesmissies in onder andere Bosnië, Kosovo en Irak.