Buitenland

Ook Gloria lijkt niet te ontkomen aan couppoging

MANILLA (ANP) - Op 25 februari 1986 ging Gloria Macapagal Arroyo langs de deuren van ambassades in Manilla om de diplomaten te vertellen dat het volk de gehate dictator Marcos had verdreven en had vervangen door Corazon Aquino. Precies twintig jaar later is het Arroyo die te kampen heeft met een couppoging en straatprotesten, ditmaal geleid door Aquino.

24 February 2006 21:20Gewijzigd op 14 November 2020 03:30

De nu 56-jarige grootmoeder werd begin 2001 president van de onrustige Filipijnen, waar volksprotesten tegen presidenten tot de politieke traditie behoren. Destijds nam ze als vicepresident na demonstraties het heft over van een acteur uit B-films, Joseph Estrada. Die maakte het als schuinsmarcheerder en megaconsument van alcoholische versnaperingen ondanks zijn populariteit veel te bont om zijn ambtstermijn af te maken.De Filipijnse politiek moest met de doctor in de economie Arroyo eindelijk kunnen kalmeren. De welgestelde en in de VS opgeleide Arroyo leek aanvankelijk een echte president te worden met de capaciteiten om het land in rustiger en voorspoediger vaarwater te voeren. Maar vijf jaar later lijkt economisch gezien nog alles bij het oude op de meer dan 7000 Filipijnse eilanden.

Sinds haar herverkiezing in 2004 ligt ze bovendien onder vuur wegens vermeende verkiezingsfraude. Ze zou tijdens het tellen van de stemmen de onafhankelijke kiesraad hebben willen beïnvloeden.

De Filipijnse politiek, tijdens de koloniale tijd opgezet naar Amerikaans voorbeeld, is volgens critici hopeloos verouderd. Rijke rivaliserende families delen al jaren de lakens uit. „Het gaat om familierelaties en bloedbanden”, aldus een dochter van voormalig president Marcos vrijdag in de krant The Washington Post.

Vandaag de dag is ongeveer twee derde van het Huis van Afgevaardigden in handen van dynastieke families als Marcos, Aquino en Arroyo. Doordat gewone burgers in politieke partijen maar weinig te zeggen hebben, gaan de massa’s om de paar jaar de straat op om verandering af te dwingen.

Ook de huidige president is afkomstig uit zo’n rijke familie. Haar vader, Diosdado Macapagal, was een populair staatshoofd aan het begin van de jaren zestig. Zelf studeerde zij in Georgetown bij Washington en zat in dezelfde klas als Bill Clinton.

Arroyo steeg, geholpen door de naam van haar vader, naar de top van de Filipijnse politiek. Ze ging werken op het ministerie van Handel en Industrie en werd daar door Aquino tot staatssecretaris benoemd. Bij verkiezingen in 1992 won Arroyo een senaatszetel, waarvoor ze in 1995 met een buitengewoon grote meerderheid werd herkozen.

In 1998 werd de diepgelovige katholiek gekozen tot vicepresident. Toen een schandaal rond Estrada’s duistere en illegale inkomsten in oktober 2000 losbarstte, legde Arroyo onmiddellijk haar ministerschap neer. Ze liet aan iedereen weten dat ze bereid was Estrada te vervangen. Er was kritiek op de wijze waarop ze zo snel en zo hard in haar oordelen Estrada afviel. Maar daarmee trad ze wel, misschien eerder dan ze had gedacht, in de voetsporen van haar vader.

Inmiddels is haar populariteit echter tot ongekende diepte gekelderd. Zelf vindt Arroyo dat ze wordt „gedemoniseerd als de slechterik.” De bewonderaarster van de onverzettelijke Britse ex-premier Margaret Thatcher is echter vastbesloten om op het pluche te blijven.

„Net als Aquino, die vier staatsgrepen overleefde, zal niets mij tot aftreden dwingen”, stelde ze vorige week tijdens een toespraak tot buitenlandse journalisten. „Zelfs niet een bloedige couppoging.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer