Bolivia kiest president en parlement
Meer dan 4 miljoen Bolivianen zijn zondag opgeroepen een nieuwe president en een nieuw parlement te kiezen. In verband met het wereldkampioenschap voetbal gingen de stembureaus pas na meer dan een uur vertraging open.
Elf kandidaten dongen mee naar het hoogste ambt in het Zuid-Amerikaanse land, van wie er vier een redelijke kans maken op het presidentschap. Naar verwachting zal geen van de kandidaten de vereiste absolute meerderheid behalen. Het parlement kiest dan tussen de twee hoogst geplaatste kandidaten. Corruptie, cocaïne en de vrijemarkteconomie vormden de belangrijkste thema’s bij de verkiezingscampagnes.
Bolovia is sinds 1982 een vrij stabiel land. Dat is wel eens anders geweest. Sinds de onafhankelijkheid van Spanje aan het begin van de negentiende eeuw kende het land 189 staatsgrepen. De relatieve stabiliteit heeft de meeste inwoners van het land echter niet de economische voorspoed gebracht waar ze op hoopten. Bolivia is nog steeds een van de armste landen van het continent.
De 4 miljoen kiesgerechtigden hadden zondag onder meer de keus uit een ex-legerkapitein, twee oud-presidenten en een vakbondsleider die elkaar in de peilingen weinig ontliepen. De voormalige militair Manfred Reyes Villa ging aan kop met ruim een kwart van de stemmen. Hij heeft beloofd dat de Bolivianen „niet nog eens meer van hetzelfde” zullen krijgen.
Reyes, een vroegere burgemeester van Cochabamba, heeft nog geen belangrijke functie op landelijk niveau bekleed. Daardoor kan hij zich presenteren als de ”nieuwe man” die niets te maken heeft met politici van de oude garde. Hij hekelt de corruptie in het land en richt zijn pijlen daarbij op zijn twee belangrijkste rivalen, die al eerder president zijn geweest. Het zijn ”Goni” Sánchez de Lozada, die van 1993 tot 1997 staatshoofd was, en de sociaal-democraat Jaime Paz Zamora (1989-1993). Beiden leidden een proces van economische hervormingen en wisten daarbij de enorme inflatie weg te werken.
De meningen over dit tweetal zijn verdeeld. Aanhangers menen dat hun politiek het land inderdaad in rustig economisch vaarwater heeft gebracht, maar er zijn critici die menen dat de armoede niet is afgenomen en dat veel te weinig mensen van de hervormingen hebben geprofiteerd. Reyes maakte zich tijdens de campagnes sterk voor meer overheidsinvesteringen in de landbouw, Sánchez de Lozada beloofde vooral meer werk. Hij wil dit vooral doen door wegen aan te leggen, waaraan in Bolivia (een land dat zo groot is als Spanje en Frankrijk samen) een groot gebrek is.
Een verhaal apart is de vakbondsleider Evo Morales, een linkse politicus die opkomt voor de belangen van boeren die coca (de grondstof voor cocaïne) verbouwen. Zijn deelname heeft de Verenigde Staten ertoe verleid zich in de verkiezingsstrijd te mengen. De Amerikaanse ambassadeur liet zich ontvallen dat Morales banden heeft met de drugswereld en waarschuwde dat de VS hun financiële steun aan de strijd tegen de drugshandel zullen intrekken als de linkse kandidaat er met de overwinning vandoor gaat. De Boliviaanse media spreken schande van de Amerikaanse inmenging en maakten een vergelijking met chantage. Ook de Boliviaanse autoriteiten zijn niet gelukkig met de uitlatingen van de ambassadeur. De overheidsinstantie die zich met de verkiezingen bezighoudt, meent dat de diplomaat de uitslag van de stembusgang probeert te beïnvloeden.
Van oudsher is Bolivia een van de drie grootste producenten van de cocaplant. Maar onder Amerikaanse druk is de afgelopen jaren een groot deel van de productie verdwenen. Meer dan 50.000 hectare landbouwgrond is vernietigd. Ironisch genoeg is juist daardoor de Boliviaanse economie in verval geraakt. De cocaproductie leverde jaarlijks miljoenen op en betekende voor veel mensen werk.
Als geen van de kandidaten de absolute meerderheid krijgen, dan is het parlement van Bolivia aan zet. In het verleden heeft dit nogal eens tot koehandel geleid. De voormalige dictator Banzer kreeg in 1985 en 1989 de meeste stemmen van het volk, maar door allerlei deals in het Congres viste hij in beide gevallen achter het net. In 1997 lukte het Banzer wel om president te worden. Hij werd vorig jaar echter gedwongen zijn functie op te geven toen hij kanker bleek te hebben. Banzer stierf in mei.