Dat bleek woensdag bij een debat tussen de Kamer en staatssecretaris Van Geel van Milieu over de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij.PvdA en VVD zijn blij dat het kabinet met een wet komt die een einde kan maken aan de „wurggreep” waarin boerenbedrijven zich bevinden. Door de huidige regels over geurhinder kunnen veel bedrijven niet uitbreiden. De SGP hoopt er vooral op dat er met de nieuwe wet meer rechtszekerheid komt voor boeren. Zij moeten een steviger rechtspositie krijgen tegenover stedelingen die op het platteland komen wonen en die de geur van koeien, varkens en kippen al snel als stank ervaren, aldus Van der Staaij.

Van Geel wil in de nieuwe wet onderscheid maken tussen de bebouwde kom en het landelijk gebied. Voor beide moeten andere regels gaan gelden. Het platteland wordt verder opgedeeld in gebieden met veel veehouderijen -de concentratiegebieden- en gebieden met vooral burgerbewoning, de niet-concentratiegebieden. Voor dat laatste gebied moeten strenge geurnormen komen.

CDA, VVD, LPF en SGP zijn het niet met die onderverdeling eens. Zij willen alle gebouwen op het platteland aanmerken als agrarische bedrijven, zodat overal in het buitengebied dezelfde geurnorm gaat gelden, namelijk die voor de concentratiegebieden. Op plaatsen met lintbebouwing, waar wat meer huizen bij elkaar staan, zouden gemeenten de normen wat scherper kunnen stellen.

PvdA-Kamerlid Waalkens verzette zich woensdag fel tegen deze suggestie. „Het is niet uit te leggen dat je alle bebouwing op het platteland aanmerkt als agrarisch bedrijf”, vindt hij. De staatssecretaris ziet er ook niets in. Het is onduidelijk of hij zijn wetsvoorstel gaat aanpassen aan de wens van de Kamermeerderheid. De Kamer en Van Geel zullen de wet binnenkort opnieuw met elkaar bespreken.