In de slotverklaring zeggen de hoofdrolspelers, de etnisch Albanese meerderheidsregering van Kosovo en Servische regeringsvertegenwoordigers, dat de onderhandelingen volgende maand worden hervat. Wel werden er akkoorden bereikt over Servische autonomie op terreinen zoals onderwijs, politie en gezondheidszorg.Officieel gaat het voorlopig alleen om decentralisatie van de Servische provincie, die sinds de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999 onder VN-bestuur staat. De netelige kwestie van de toekomstige status en mogelijke onafhankelijkheid komt pas later aan de orde.

De etnisch Albanese meerderheidsregering streeft naar onafhankelijkheid van Servië of vergaande autonomie, terwijl Servië Kosovo als onlosmakelijk onderdeel van het land ziet. De Verenigde Naties hebben het sinds het einde van de Kosovo-oorlog van 1998-1999 voor het zeggen in het gebied, maar hebben nog geen duidelijk standpunt ingenomen in de kwestie. De gesprekken in het Weense Daun Kinsky paleis werden geleid door de Finse VN-diplomaat Martti Ahtisaari.

De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Bot, die dinsdag een bezoek bracht aan Kosovo, heeft de Servische en de Kosovaarse regering ertoe opgeroepen de kwestie op te lossen „zonder dat de rechten van minderheden” worden geschonden. De 2 miljoen hoofden tellende bevolking van Kosovo bestaat voor 90 procent uit etnische Albanezen en voor het overige hoofdzakelijk uit Serviërs.

Bot bezocht maandag eerst de Servische president Boris Tadic en minister van Buitenlandse Zaken Vuk Draskovic in Belgrado. Dinsdag had de minister een ontmoeting met de Kosovaarse president Fatmir Sejdiu. Ook sprak hij met de hoogste VN-gezant in Kosovo, Jessen-Petersen. Bot zei na zijn ontmoeting met president Sejdiu te denken dat de plannen die in Wenen zijn gepresenteerd tot een zeer acceptabele oplossing zullen leiden.