Boer E. Evink was in het verleden nauw betrokken bij de discussies over inentingen in de varkens- en rundveesector. Ook als lid van de Werkgroep Verzekeringen houdt hij zich met deze problematiek bezig.Voorop staan voor hem de principiële bezwaren tegen inentingen. „Ik heb zelf geen kippen, maar in alle gevallen geldt, voor mens en dier, voor grote koeien en kleine kippen, wat in Zondag 10 van de Heidelberger Catechismus staat: dat wij in voor- en tegenspoed, ook bij ziekte, alles uit Zijn vaderlijke hand ontvangen. De dreiging van de vogelgriep zien we in dat licht. We mogen niet roekeloos met ziekten omspringen, maar in alle gevallen staat daarboven dat we niet tegen de voorzienigheid Gods mogen ingaan. Daar kan iedereen zich aan toetsen.”

De in Oosterwolde woonachtige boer benadrukt „niet allerlei nadelen van de inentingen te willen noemen of zoeken om mijn principe te staven.” Dat neemt niet weg dat hij grote vraagtekens plaatst bij een mogelijke inenting van de hobbykippen, later misschien gevolgd door de zogenaamde uitloopdieren. „Ik ben bang dat het middel erger is dan de kwaal. Door alle ophef en discussies keert de consument zich af van het kopen van eieren en kippenvlees. Dat is op voorhand een ramp voor de sector. Die krijgt al klappen voordat er werkelijk een uitbraak van de vogelgriep is.”

„Bovendien haal je bij het enten de ziekte al binnen. Een enting kan verkeerd uitpakken. Ik zeg niet dat het gebeurt, maar de mogelijkheid bestaat. Technisch bezien is het echt een gedoe waarover je je zorgen kunt maken. Hoe is het mogelijk dat je hobbydieren in wilt enten, terwijl de lucht vol zit met niet-ingeënte dieren? Je kunt het wel hebben over risico’s van hobbykippen voor mensen, maar weidevogels zijn dat toch ook?”

Evink heeft nog geen contacten gehad met het ministerie, maar als besloten wordt tot vrijwillige enting van de hobbydieren overweegt hij de hem bekende telefoonnummers weer te draaien. „Stel dat er toch een verplichting komt, hoe zit het dan met de ontheffingen? In het verleden hebben wij daar altijd een goede oplossing voor gevonden. Als het betekent dat de kippen voorlopig naar binnen moeten, dan is dat prima.”

Mocht Brussel woensdag toestemming geven voor vrijwillige vaccinatie van de hobbydieren zoals kippen, eenden en kalkoenen, dan staan de pluimveehouders en dierenartsen die daaraan hun medewerking verlenen, voor een omvangrijke klus. Er zijn 2 tot 4 miljoen hobbydieren.

Iedere kip, eend of kalkoen moet twee keer worden ingeënt. Pas na drie weken is een goede bescherming opgebouwd. Voor een bescherming van langer dan een jaar is twee keer enten noodzakelijk.

Een praktisch probleem is dat leghennen moeilijk kunnen worden opgepakt in verband met het gevaar voor buikvliesontsteking. Voordat het ei is gelegd, zit het zonder schaal in het kippenlijf en kan het uiteenspatten. Bij jonge hennen die nog niet aan de leg zijn is dat uiteraard niet het geval.

De inentingen hebben geen invloed op de kwaliteit van vlees en eieren, maar onder de consument is het wantrouwen groot. Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel heeft gezegd de eieren en het vlees van ingeënte kippen gewoon te verkopen.

Als het aan minister Veerman ligt worden in een volgend stadium de uitloopdieren uit de commerciële veehouderij zoals leghennen voor graseieren gevaccineerd. Hun aantal wordt geschat op 5 miljoen. De ongeveer 25 miljoen legkippen in scharrelstallen komen niet in aanmerking voor vaccinatie.