Het hoofd van de Rode Kruismissie op het eiland, Richard Gordon, bevestigde vrijdag dat er „ongeveer 200 doden zijn en 1500 vermisten.”Ongeveer 500 huizen en een basisschool in het dorp Ginsahugan raakten bedolven toen na twee weken regen een enorme hoeveelheid aarde van een berg naar beneden kwam zetten. Slechts drie huizen in het dorp zouden gespaard zijn gebleven. Een overlevende zei voor de radio dat het leek alsof de berg explodeerde. „Ik zag geen huis meer overeind staan”, zei hij.

De aardverschuiving deed zich voor tussen 9 en 10 uur ’s morgens, toen de school al was begonnen.

Zo’n 200 reddingswerkers, onder wie vrijwilligers uit de omgeving, zochten de hele dag naar overlevenden. Voordat de reddingsoperatie werd gestaakt vanwege de invallende duisternis werden 53 mensen onder de modder vandaan gehaald.

Onder de slachtoffers bevinden zich waarschijnlijk veel vrouwen en kinderen. Veel mannen zouden toen de aardverschuiving zich voordeed buiten het dorp aan het werk zijn geweest.

Veel bewoners ontvluchtten vorige week hun huizen vanwege de dreiging van aardverschuivingen en overstromingen, maar keerden de afgelopen dagen terug omdat de regen minder werd en de zon vaak scheen, zei gouverneur Lerias van de provincie waarin Ginsahugan ligt.

Ginsahugan is een dorp met ongeveer 2500 inwoners op het eiland Leyte, waar door een tropische storm veroorzaakte overstromingen en aardverschuivingen in 1991 aan ongeveer zesduizend mensen het leven kostten. Minister van Defensie Avelino Cruz heeft twee reddingshelikopters en twee marineschepen naar het getroffen gebied gestuurd.

In hetzelfde gebied kwamen in 1991 meer dan 5000 mensen om het leven door overstromingen die het gevolg van een tyfoon waren. Volgens milieuorganisaties worden overstromingen en modderstromen verergerd door de illegale kap van bossen. Mogelijk was in dit geval een lichte aardbeving, vlak voor de aardverschuiving, het laatste wat de doorweekte berg nodig had om weg te zakken.