Buitenland

Saddam onder dwang naar laatste rechtzitting

BAGDAD - Saddam Hussein is maandag gedwongen te verschijnen op de laatste zitting van zijn proces. Onder het schreeuwen van ”Weg met Bush” maakte de voormalige Iraakse president zijn entree in de rechtszaal. Hij zag er verwilderd uit en was ditmaal niet gekleed in een westers kostuum, maar in een Arabisch gewaad.

Buitenlandredactie
14 February 2006 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 03:28

Husseins belangrijkste medeverdachte, Barzan Ibrahim, vocht met de bewakers die hem de rechtszaal in brachten. Saddam en zijn zeven medebeklaagden hadden gezegd dat ze het proces niet meer zouden bijwonen zolang hun advocaten er niet bij zijn. De advocaten boycotten de zittingen omdat ze willen dat rechter Rauf Abdel-Rahman, die volgens hen vooringenomen is tegen de verdachten, wordt vervangen.Het eerste halfuur van de zitting ging heen met geruzie tussen de verdachten en de rechter, die vorige maand aantrad en een hardere toon aanslaat dan zijn voorganger. Die had het verwijt gekregen Saddam en de andere verdachten te veel ruimte te geven. De verdachten weigerden onder andere de advocaten te erkennen die de rechtbank hun heeft toegewezen zolang hun eigen advocaten de zittingen boycotten.

Functionarissen van de rechtbank die anoniem wilden blijven, zeiden dat Abdel-Rahman er niet omheen zal kunnen de klachten van de oorspronkelijke advocaten over zijn functioneren te behandelen, omdat die een formeel verzoek tot wraking hebben ingediend.

De verdedigers zeggen dat Abdel-Rahman in de jaren ’70 bij verstek tot levenslang is veroordeeld wegens tegen de staat gerichte activiteiten. Dat betekent volgens hen dat hij niet neutraal staat tegenover Saddam, die toen weliswaar nog geen president, maar al wel de machtigste man van Irak was.

Saddam en de andere verdachten staan terecht voor de moord op ruim 140 sjiieten in Dujail. De moorden werden gepleegd nadat in 1982 in die plaats een mislukte aanslag op Saddam was gepleegd. Sinds het proces op 19 oktober begon zijn er 26 getuigen á charge gehoord, maar geen van hen bracht Saddam direct in verband met het leed dat hun was aangedaan.

In een kennelijke poging het proces te versnellen werden de beëdigde verklaringen van nog eens 23 getuigen voorgelezen. Hun verhalen over gevangenschap en het verlies van naasten leken op die van de eerdere getuigen.

Later maandag lieten de aanklagers twee voormalige functionarissen van Saddams regime getuigen die wel een verband konden leggen tussen Saddam en zijn medeverdachten en de misdaden tegen de bewoners van Dujail. Een van de twee is Ahmed Hussein Khudayer al-Samarrai, die van 1984 tot 1991 en daarna weer van 1995 tot de val van het regime in april 2003 aan het hoofd stond van Saddams presidentieel bureau.

Tijdens zijn ondervraging zei Al-Samarrai nergens van te weten en zich niet te kunnen herinneren of zijn handtekening onder bepaalde stukken stond. Saddam keek lachend toe.

Toen Al-Samarrai werd gevraagd in wiens handschrift een aantekening in een document is gesteld waarin staat dat twee mensen die wegens de aanslag op Saddam in Dujail ter dood waren veroordeeld moeten worden gespaard, antwoordde hij: „Meneer de president” - doelend op Saddam. Zowel de rechter als de aanklager verbeterde de getuige direct door erop te wijzen dat hij „verdachte Saddam Hussein” bedoelde.

Na drie uur werd het proces verdaagd naar dinsdag.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer