Open grenzen lokken mogelijk meer Poolse werknemers
DEN HAAG – Mogelijk komen flink meer Polen en andere werknemers uit Midden en Oost Europese landen naar Nederland als de grenzen voor hen volledig worden opengesteld.
De schattingen over het aantal arbeidsmigranten uit deze nieuwe lidstaten van de Europese Unie lopen uiteen van circa 30.000, zo veel als er nu jaarlijks komen, tot 72.000 per jaar. Dat blijkt uit een rapport dat door onderzoeksbureau Ecorys in opdracht van staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken is opgesteld. Van Hoof wees er woensdag op dat de cijfers nog niet definitief zijn. De schattingen lopen sterk uiteen, omdat de stroom arbeidsmigranten afhankelijk is van de lonen en de economische ontwikkeling in het thuisland ten opzichte van Nederland.Op dit moment moeten werkgevers voor werknemers uit de nieuwe lidstaten een werkvergunning aanvragen bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Het voormalige Arbeidsbureau maakte maandag nog bekend dat met name het aantal vergunningen voor Polen vorig jaar met 6000 naar 26.076 is gestegen.
De Midden en Oost Europese werknemers komen volgens Van Hoof nu vooral voor tijdelijk werk in onder meer de land en tuinbouw. Of dat bij open grenzen verandert en zorgt voor meer werkloosheid in Nederland, is volgens hem nog onduidelijk. Juist die zorg leeft bij veel werknemers in deze sectoren.
Het kabinet moet uiterlijk 30 april aan de Europese Commissie laten weten of Nederland de beperkende maatregelen voor de arbeidsmigranten voortzet. De grenzen moeten in elk geval 1 mei 2011 volledig open zijn. Europees commissaris Spidla stelde eerder deze week dat het openstellen van de binnengrenzen van de EU goed is voor de economie. Volgens Spidla blijkt uit de ervaringen in Groot Brittannië, Ierland en Zweden, die de grenzen wel openstelden, dat de werkloosheid daar is gedaald en er banen bij zijn gekomen.
Van Hoof zei eind vorig jaar al de komst van buitenlandse, vooral Poolse, vrachtwagenchauffeurs, schilders en tuinbouwmedewerkers te beschouwen als een gegeven. Volgens hem moet ervoor gewaakt worden dat het spanningsveld tussen Nederlandse en buitenlandse werkzoekenden niet te groot wordt en de regels over arbeidsomstandigheden en beloning hier niet te veel onder druk komen te staan. „Maar we kunnen ook geen muur om ons land bouwen”, stelde hij toen.