Buitenland

Nog 25 drenkelingen uit Rode Zee gered

SAFAGA - Reddingswerkers hebben zondag nog 25 overlevenden van de ramp met de veerboot Al-Salaam 98 uit de Rode Zee gehaald. Van de ongeveer 1400 passagiers aan boord zijn 401 mensen gered.

Tot nu toe zijn van 195 slachtoffers de lichamen geborgen. Meer dan 800 mensen worden nog vermist. Onder de overlevenden was een 5-jarig jongetje dat meer dan twintig uur had rondgedobberd met een reddingsboei.

6 February 2006 07:56Gewijzigd op 14 November 2020 03:26
HURGHADA – Overlevenden van de ramp met de veerboot al-Salaam 98 kwamen zaterdag aan in de Egyptische havenstad Hurghada. Naar schatting rond de duizend opvarenden van de veerboot hebben het drama in de Rode Zee van afgelopen vrijdag niet overleefd. Fot
HURGHADA – Overlevenden van de ramp met de veerboot al-Salaam 98 kwamen zaterdag aan in de Egyptische havenstad Hurghada. Naar schatting rond de duizend opvarenden van de veerboot hebben het drama in de Rode Zee van afgelopen vrijdag niet overleefd. Fot

Vliegtuigen, helikopters en schepen zochten zondag opnieuw de Rode Zee af. „De reddingsoperatie gaat door, maar mogelijk liggen de meesten van hen nu op de bodem van de zee. Het lijkt op de film Titanic, en de zee is vol haaien”, zei een arts zondag.Honderden familieleden verdrongen zich de afgelopen dagen voor de poort van de haven van Safaga, met groeiende frustratie over het uitblijven van informatie. Sommigen gooiden stenen naar de politie, die daarop traangas afschoot. „Niemand vertelt ons iets”, zei Shaaban el-Qott, die de hele nacht vergeefs gewacht had op nieuws over zijn neef. „Alles wat ik weten wil, is of hij leeft of dood is.”

De veerboot verging in het holst van de nacht, onderweg van Dubah in Saudi-Arabië naar Safaga in Egypte. Volgens overlevenden brak ongeveer anderhalf uur na het vertrek brand uit, maar liet de kapitein doorvaren. „Wij riepen naar de bemanning „Laten we omkeren, laten we om hulp vragen”, maar ze weigerden en zeiden dat alles onder controle was”, zei Ahmed Abdel Wahab, een 30-jarige Egyptenaar.

Toen enkele vrouwen in paniek raakten, werden ze volgens Wahab door de bemanning opgesloten in hun hutten. „Na enige tijd begon het schip slagzij te maken en konden ze de brand niet meer bedwingen. Toen hoorden we een explosie en vijf minuten later zonk het schip”, zei Wahab, die twintig uur in zee dobberde voordat hij werd gered.

Over waar de brand precies was uitgebroken liepen de lezingen uiteen. Volgens sommige overlevenden was het op het autodek, anderen noemden een voorraadkamer of de machinekamer. Verscheidene schipbreukelingen klaagden over de traagheid waarmee de reddingsoperatie op gang kwam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer