Zakendoen met firma Achterdocht
BARNEVELD - Alle ruimte voor de natuur of toch voor de boer? Gemeenten op de Veluwe zitten tussen twee vuren. De Barneveldse wethouder De Kruijf gaat voor de boer. Al houdt hij de natuur er ook graag bij.
De Veluwe is een belangrijk gebied, daarvan is SGP-wethouder A. de Kruijf overtuigd. „We hebben het wel over het Veluwemassief. De belangen daarvan moeten tegen het belang van de kalverhouderij worden afgewogen.”Wie dat doet, zal zien dat de kalverhouderij er allerminst bekaaid van afkomt. Althans, dat vindt De Kruijf, die onder meer de reconstructiewetgeving in zijn portefeuille heeft. „Aanvankelijk was er sprake van dat alle bedrijven in de enclave Uddel-Elspeet volledig op slot zouden gaan. Dat vindt Barneveld onterecht.”
Dat neemt niet weg dat de wethouder een „hoge pet” op heeft van de Veluwecommissie, die met het voorstel kwam om de enclave op slot te doen. „De Veluwe is ontegenzeggelijk een kwetsbaar gebied. Het is een dierbaar en eerbaar streven. Maar de vraag is of het evenwicht tussen milieu en een duurzame kalverhouderij niet doorsloeg in het voordeel van het eerste. Ik heb daar eerlijk gezegd wel mijn twijfels bij.”
Aaibaarheidsfactor
Bijkomend nadeel is dat de boeren in het gebied niet goed georganiseerd zijn. In de enclave zijn zo’n 140 kalverhouders, maar een organisatie zoals de land- en tuinbouworganisatie LTO heeft in het hartje van de Veluwe nauwelijks leden. Daardoor is de stem van de betrokken kalverhouders nogal eens achterwege gebleven. De Kruijf herkent dat. „Het vertrouwen in commissies en instituten is hier niet erg groot. We moeten dat vertrouwen herstellen, maar dat kan niet iedereen en zeker niet van de ene dag op de andere. Toen we laatst een bijeenkomst hadden met de boeren, was de firma Achterdocht ruim vertegenwoordigd.”
Daar komt nog eens bij dat vleeskalverbedrijven vanuit het verleden geen goed imago hebben, denkt de Barneveldse wethouder. „Vergelijk het maar eens met de melkveehouderij. Die tak heeft een veel grotere aaibaarheidsfactor. Denk aan koeien in de wei. Prachtig toch? De vleeskalverhouderij is daarentegen veel intensiever, dat kun je niet ontkennen.”
De omstreden agrarische enclave valt onder maar liefst vier gemeenten. Behalve Barneveld zijn dat Ermelo, Nunspeet en Apeldoorn. Al beslist de provincie uiteindelijk over de regelingen die voor het gebied gelden, het zijn de gemeenten die vergunningen moeten verstrekken. Dat lukt in Barneveld makkelijker dan in Apeldoorn, is de ervaring van menig agrariër. „Apeldoorn voelt zich graag grote stad, Uddel hangt er voor hen maar een beetje bij”, aldus een kalverhouder uit de enclave. De Kruijf houdt zich op de vlakte, maar erkent dat er verschillen zijn. „Bij de ene gemeente leeft het probleem meer dan bij de andere, dat is waar.”
Oceaan van natuur
Volgens de Apeldoornse wethouder M. van der Tas heerst er in haar gemeente een „bredere kijk op de toekomst. De enclave is een eilandje in een oceaan van natuur.” Toch hoeft dat niet te betekenen dat er voor de kalverboeren geen ruimte zou zijn, denkt Van der Tas. „Dit gaat niet over natuur of economie, maar over evenwichtige doelstellingen.”
De wethouder erkent dat gemeenten soms verschillend omgaan met de problematiek. „Barneveld is een gemeente die veel meer agrarisch gedomineerd is. Ik kan me voorstellen dat de afwegingen daar in een iets andere setting plaatsvinden. Dat was vooral voor 1 oktober zo. Tot die datum toetsten de gemeenten de aan habitatrichtlijnen, waaraan voldaan moest worden. Met de nieuwe wetgeving sinds die tijd zijn er nauwelijks nog mogelijkheden voor een afwijkende interpretatie.”
Dat boeren in de enclave een slechtere concurrentiepositie hebben, is volgens Van der Tas een logische consequentie. „Er is een zekere prijs aan het zitten in een kwetsbaar gebied.” Toch heeft Apeldoorn volgens haar niet alleen oog voor de stad: „Wij zijn een heel grote gemeente met een groot stedelijk gebied, maar net zo goed met een fantastisch buitengebied, mét toekomst voor de boeren.”
Dat laatste onderstreept De Kruijf uit Barneveld. „We zijn niet bezig met een achterhoedegevecht. Het is wat mij betreft niet zo dat de boeren over tien jaar alsnog zouden moeten vertrekken. Als je dat vindt, moet je ook eerlijk durven zijn. Zeg dan gewoon: laat die hele kalverhouderij maar in haar sop gaarkoken. Vind je daarentegen dat er ruimte moet zijn voor de boeren, dan moet je óók eerlijk zijn, door goede voorwaarden te scheppen voor bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling. Ik denk dat de kans steeds groter wordt dat die voorwaarden er komen.”
voetnoot (u17(De agrarische enclave Uddel-Elspeet ligt onder vuur. Kiezen we voor bedrijven of voor natuur? Of kan het allebei op de Veluwe? Deel 2 van een drieluik: De wethouder.