„CIA liet martelen, maar hard bewijs voor gevangenissen ontbreekt”
STRAATSBURG (AP) - Volgens een onderzoek van de Raad van Europa zijn er aanwijzingen dat de Amerikaanse inlichtingendienst CIA gevangenen buiten de VS heeft laten folteren en is het aannemelijk dat Europese landen daarvan op de hoogte waren.
Harde bewijzen voor het bestaan van clandestiene gevangenissen in Roemenië en Polen, waar volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch CIA-gevangenen werden vastgehouden, ontbreken echter vooralsnog. Dat heeft onderzoeker Dick Marty, een Zwitserse senator, dinsdag aan de Raad van Europa gerapporteerd.De Europese Unie zegde Marty dinsdag steun toe bij zijn verdere onderzoek.
Er zijn tal van „samenhangende, convergerende aanwijzingen” die erop duiden dat er systematisch gevangenen naar landen buiten de VS zijn gebracht om te worden onderworpen aan onmenselijke of vernederende behandeling, zei Marty. Volgens zijn rapport zijn de afgelopen jaren waarschijnlijk meer dan honderd gevangenen daarvan het slachtoffer geweest.
„Het hele (Europese) continent is erbij betrokken”, zei Marty tegen de parlementaire assemblee van de Raad van Europa, die wordt gevormd door enkele honderden parlementsleden uit Europese landen. „Het is zeer onwaarschijnlijk dat Europese regeringen, of op zijn minst hun geheime dienst, daarvan niet op de hoogte waren.”
In zijn rapport beschrijft Marty de gevallen van een Egyptische geestelijke die in 2003 in Milaan door CIA-agenten werd ontvoerd en van een Duitser die in Macedonië werd opgepakt en naar Afghanistan gebracht. In het laatste geval was er kennelijk sprake van een persoonsverwisseling. Marty zei verder van een Amerikaanse jurist het geval te hebben vernomen van vijf Bosniërs die door Amerikaanse agenten naar Guantanamo werden meegenomen, hoewel een Bosnische rechtbank hun vrijlating had gelast.
De Italiaanse minister van justitie heeft de Verenigde Staten vorige week toestemming gevraagd voor ondervraging van de CIA-agenten die de Egyptische geestelijke, Osama Moustafa Hassan, zouden hebben ontvoerd. Volgens het Italiaanse openbaar ministerie werd de man meegenomen naar een Italiaans-Amerikaanse luchtmachtbasis en van daaruit via Duitsland naar Egypte overgevlogen, waar hij zegt te zijn gemarteld.
Marty zei het geval van Khaled al Masri, een Duitser van Libanese komaf, verder te zullen uitspitten bij zijn vervolgonderzoek. Dan zal hij ook de vluchtpatronen van enkele tientallen verdachte CIA-vliegtuigen vaststellen aan de hand van gegevens die hij maandag heeft ontvangen van Eurocontrol, een organisatie voor de luchtveiligheid.
Marty heeft via de Raad van Europa ook satellietbeelden gekregen van luchtmachtbases in Roemenië en Polen die door Human Rights Watch zijn genoemd als locaties van geheime detentiecentra. Overigens krijgt hij naar zijn zeggen weinig hulp en moet hij afgaan op eigen onderzoek, de paar gegevens die individuele landen boven tafel hebben gekregen en wat er in de pers verschijnt. „Er gaat geen dag voorbij zonder dat me gevraagd wordt of ik al harde bewijzen heb”, zei hij. „Maar ik ben geen gerechtelijke autoriteit, ik heb geen middelen voor onderzoek, de steun waarover ik beschik is zeer beperkt.”
De EU-commissaris van justitie, Franco Frattini, riep alle lidstaten dinsdag op zo vlot en volledig mogelijk met het onderzoek van de Raad van Europa mee te werken, opdat „het belangrijke proces van het vaststellen van de feiten” zo spoedig mogelijk kan worden voltooid.