Portugal naar stembus voor nieuwe president
LISSABON - Portugal kiest een nieuwe president. Dat gebeurt zondag. In de peilingen heeft ex-premier Anibal Cavaco Silva veruit de beste papieren.
Tweede is het socialistische ’oorlogspaard’ Mario Soares. Onderstaand de feiten en namen op een rij. Aardig detail: de belangrijkste kandidaten zijn niet bepaald piepjong.Anibal Cavaco Silva. De gematigde sociaaldemocraat (PSD) is een bewonderaar van Margaret Thatcher. Van 1985 tot 1995 was de 66-jarige politicus premier van Portugal. In 1986 trad Portugal toe tot de EU. Onder Cavaco ging het Portugal economisch voor de wind, maar nam de ongelijkheid toe.
Volgens een peiling deze week van het onderzoeksbureau Marktest, krijgt Cavaco Silva in de eerste ronde de steun van bijna 55 procent van de kiezers. Als hij die score haalt, is een tweede ronde overbodig.
Cavaco benadrukt dat hij zich niet wil verliezen in partijpolitieke kibbelarijen. „Portugal kan zich dit niet veroorloven. Nieuwe EU-lidstaten in Oost-Europa doen het economisch beter dan wij, daar moeten we iets aan doen.”
Hij is een voorstander van belastingverlagingen en het privatiseren van staatsbedrijven.
Mario Soares. De 81-jarige socialist (PS) volgt Cavaco Silva op ruime afstand. Heeft een lange politieke loopbaan en stempelde de Portugese politiek. Was tussen 1986 en 1996 president van Portugal. Daarvoor was hij tot drie keer toe premier. Richtte in 1991 de Fundaçao Mario Soares op: een denktank.
Vertelde de Spaanse krant El Pais dat hij per se wil voorkomen dat Cavaco de eerste ronde met de absolute meerderheid haalt. „Mijn instinct zegt me dat ik op 22 januari voor een grote verrassing zou kunnen zorgen”, aldus de politieke dinosaurus.
Soares moet het doen met de steun van 13,2 procent van de kiezers.
Manuel Alegre. Politieke geestverwant van Soares. De 69-jarige dichter en volksvertegenwoordiger Alegre komt in de peilingen uit op 18,5 procent.
Francisco Louça. Kandidaat van het Linkse Blok. Dit is een hergroepering van verschillende radicaal linkse organisaties in Portugal. Sinds zijn oprichting in 1999 is het Linkse Blok gegroeid.
Jorge Sampaio. Zittende president en socialist (PS). Heeft er nu twee opeenvolgende termijnen van vijf jaar opzitten en kan niet worden herkozen.
Manuel Barroso. Voorzitter van de Europese Commissie Barroso behoort tot de partij van Cavaco Silva. De parlementsverkiezingen op 17 maart 2002 werden gewonnen door de centrumrechtse PSD, die toen werd geleid door José Manuel Durao Barroso. Barroso werd premier en vormde een coalitie met de veel kleinere conservatieve Partido Popular, geleid door de populist Paulo Portas.
Barroso beloofde een ”fiscale schok”: belastingverlagingen die de economie zouden stimuleren. Maar hij werd eind juni 2004 gevraagd om voorzitter te worden van de nieuwe Europese Commissie.
De PSD schoof Pedro Santana Lopes naar voren, tot dan burgemeester van Lissabon. Sampaio benoemde hem op 17 juli tot premier. Het kabinet werd grotendeels vernieuwd. Maar al in november viel het kabinet en moest Sampaio alsnog nieuwe verkiezingen uitschrijven. Die werden gehouden in februari 2005.
Antonio Guterres. De voormalige Portugese premier die vorig jaar werd benoemd tot hoge commissaris voor de vluchtelingen, het hoogste ambt van de vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR). Guterres werd daarmee de opvolger van oud-premier Lubbers, die in februari aftrad in verband met beschuldigingen van seksuele intimidatie.
Presidentsambt. Volgens de Portugese grondwet is het niet toegestaan drie opeenvolgende termijnen te vervullen. In het bestel heeft het staatshoofd geen uitvoerende bevoegdheden. De president, die elke vijf jaar bij algemeen kiesrecht gekozen wordt, benoemt de premier en heeft het recht diens regering te ontslaan. De president is tevens opperbevelhebber van het leger.
Momenteel zitten de socialisten in de regering. De regering heeft een relatief zwakke positie, want zij is politieke verantwoording verschuldigd tegenover de president en tegenover het parlement.
Het parlement bestaat uit één kamer, de Assembleia da Republica. De afgevaardigden (ten minste 230, ten hoogste 250) worden om de vier jaar bij algemeen kiesrecht volgens evenredige vertegenwoordiging in een districtenstelsel gekozen.
EU. Portugal steunt de Europese eenwording en de grondwet. Maar de EU zit Portugal behoorlijk achter de vodden vanwege de slechte economische prestaties. De werkloosheid steeg naar 7,7 procent. In 2002 zette de EU de zogeheten excessieftekortprocedure in werking vanwege het hoge begrotingstekort. De regering van de socialistische premier José Socrates voorspelde aanvankelijk voor 2006 een economische groei van 1,2 procent, maar heeft dit percentage na enkele tegenvallers naar beneden bijgesteld tot 0,8.
Abortus. Het constitutioneel hof van Portugal verwierp in oktober 2005 de plannen van de socialistische regering van premier José Socrates om een nieuw referendum te houden over verruiming van de abortuswetgeving. Volgens het hof waren de plannen voor de volksraadpleging ongrondwettig als gevolg van procedurele onregelmatigheden. De regering wilde abortus tot de tiende week van de zwangerschap volledig legaliseren.
Nu mogen vrouwen in Portugal alleen een abortus ondergaan als de zwangerschap het gevolg is van verkrachting of gevaar oplevert voor hun gezondheid.
Religie. De bevolking van Portugal behoort formeel vrijwel in haar geheel tot de Rooms-Katholieke Kerk (94 procent). De protestantse kerken tellen 38.000 leden. De moslims zijn met 15.000 en de joden met 2000 vertegenwoordigd.
Bosbranden. Portugal kampte vorig jaar zomer met extreme bosbranden. Zelfs Nederlandse helikopters werden ingezet om het vuur te bestrijden.
Snelle verbinding. Na veel vijven en zessen komt het er dan toch van. In 2014 moet de hogesnelheidsverbinding tussen Spanje en Portugal klaar zijn. De trein zal de nu nog tien uur durende reistijd tussen Madrid en Porto verminderen tot naar verluidt drie uur.