Naast de volop bloeiende economie, vooral aangedreven door een bruisende ict-sector, is er de kille werkelijkheid van grote armoede voor honderden miljoenen Indiërs.Donderdag kreeg Balkenende in de Zuid-Indiase stad Bangalore een korte blik op de twee werelden. Eerst waren er de vele technologische snufjes bij de Philips Innovation Campus die op Balkenende, tevens voorzitter van het Innovatieplatform in Nederland, grote indruk maakten. Voor Balkenende na het bezoek op woensdag bij ict-gigant Infosys opnieuw een bewijs van de enorme potentie in India. Bangalore als het Aziatische Silicon Valley.

Daarna volgde innovatie in zijn kleinste vorm: een eerste computer in een school in een klein, arm dorpje nabij Bangalore. Met financiële hulp van elektronicaconcern Philips worden in Yemular onderwijs en eerste medische hulp geboden. De arme bevolking heeft daar verder weinig. Net erbuiten is de situatie nog schrijnender. Onder bij elkaar gesprokkeld restmateriaal leven complete gezinnen. Voor die kinderen is onderwijs heel ver weg. In India gaat het algauw om 100 miljoen kinderen.

Balkenende toonde zich donderdag niettemin blij met de kleine stapjes die gezet kunnen worden, zoals in Yemular. Opgewekt nam hij de tijd voor de strak in schoolkostuum gestoken kinderen en reikte voetballen en andere sportspullen uit. „Dit is toch prachtig”, zei Balkenende. „Onderwijs is van groot belang. Wie dat moet missen, heeft straks geen kansen op de arbeidsmarkt.”

En de Indiase economie heeft haast. Met een gemiddelde economische groei van bijna 7 procent gedurende de laatste elf jaar en een markt van 1,1 miljard inwoners ontwikkelt India zich in rap tempo tot een speler op het wereldtoneel.

Balkenende laat tijdens zijn driedaagse bezoek niet na de Indiase ambities te prijzen. „Er is hier een enorm zelfbewustzijn. India wil bij de top horen.” Ook het Nederlandse bedrijfsleven, met meer dan honderd ondernemingen actief in India, heeft die „power” nodig om bij te kunnen blijven, aldus Balkenende. „Er is een omslag aan het komen, maar soms zouden we wel meer de spirit kunnen gebruiken van onze voorvaderen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.”

Ambities en langjarige economische bloei ten spijt, de welvaart van de Indiase bevolking stijgt maar heel langzaam. De middenklasse groeit, maar omvat nog steeds niet meer dan hooguit 200 miljoen Indiërs. In de ’andere wereld’ zijn er dan nog altijd honderden miljoenen Indiërs die de eindjes nauwelijks aan elkaar kunnen knopen.