Traagheid en onzorgvuldigheid bij herbouw New Orleans
NEW YORK - Pam en Bob Mullen konden een jaar geleden niet vermoeden dat zij de jaarwisseling ditmaal bij Bobs broer in Dallas (Texas) zouden vieren. Oud en nieuw werd altijd thuis gevierd en thuis was sinds hun jeugd New Orleans. Maar de orkaan Katrina haalde een streep door de rekening.
De twee dochters van Pam en Bob zitten intussen op een middelbare school in Dallas, waar Pam bovendien een tijdelijke baan heeft gevonden. Bob Mullen kon terecht bij het warenhuis Kroger, maar hij keert deze maand terug naar New Orleans om z’n oude baan als bedrijfsleider op te pakken bij een van de warenhuizen van de keten Winn-Dixie. Pam Mullen gaat in de zomer terug, als de meisjes hun schooljaar hebben afgerond. „Een keer in het schooljaar verhuizen vind ik genoeg”, aldus Pam.Er staat in New Orleans wel een huis voor hen klaar. De moeder van Bob, de 79-jarige Mathilde Mullen, overleed kort nadat de orkaan de stad trof. De familie kan voorlopig dat huis betrekken. „Mijn moeders huis heeft de orkaan ongeschonden overleefd, in tegenstelling tot ons huis. Daar is grote schade aangericht. Het is bij benadering niet te overzien wanneer wij daar kunnen terugkeren, áls het ooit weer bewoonbaar wordt”, aldus Bob Mullen.
Ondanks deze problemen hoort hij tot de boffers na de verwoestingen die Katrina aanrichtte. Tienduizenden mensen zijn alles kwijtgeraakt en weten niet waar, wanneer en hoe zij opnieuw moeten beginnen. In veel plaatsen in het rampgebied is men intussen druk bezig met de opruimwerkzaamheden. Van wederopbouw is nog nauwelijks sprake. Vaak hangt dat af van de keuze die de overheid maakte.
Tal van gemeenten kozen voor het Army Corps of Engineers, de Amerikaanse genie, die sinds de begindagen van de Amerikaanse republiek verantwoordelijk is voor de bouw van -indertijd- vestingen en die sindsdien havens, vliegvelden en militaire complexen aanlegt. De genie legde ook het waterkeringssysteem in en rond New Orleans aan dat tijdens de barre Katrinadagen zo jammerlijk faalde. Volgens sommige gemeenten werkt zij echter te langzaam en vraagt zij bovendien te veel geld.
Daarom besloot het gemeentebestuur van het zwaar getroffen Biloxi in Mississippi particuliere bedrijven in te huren om de chaos op te ruimen. In samenwerking met de overheid werden hier hele buurten afgeschreven. „Wij hebben grote advertenties geplaatst in lokale kranten hier en in de concentratiegebieden waar veel bewoners waren ondergebracht. Daarin kondigden wij aan dat die en die buurten tegen de vlakte gingen. We hebben de mensen een maand de tijd gegeven om te reageren en daarna ging de bulldozer ertegenaan”, aldus Frank Leach, verantwoordelijk voor de regionale wederopbouw van het district Harrison County, waarin Biloxi ligt.
Hij wijst erop dat in Harrison County 70 procent van de opruimwerkzaamheden is afgerond en op sommige plaatsen is men zelfs al met de wederopbouw begonnen. „Dat is een groot verschil met Pascagoula in Jackson County, waar nog geen kwart van de chaos is opgeruimd”, aldus Leach. Jackson County koos namelijk voor de genie en die werkt bureaucratischer en trager en is duurder. „Ik weet niet of wij duurder zijn, maar wij werken waarschijnlijk wel zorgvuldiger dan particuliere bedrijven”, aldus woordvoerder Michael Logue van het Army Corps of Engineers.
„Misschien is dat het geval, maar ik wilde vooral tempo voor mijn gemeente”, zegt burgemeester Anthony Holloway van Biloxi. Hij wijst erop dat bedrijven aarzelen met hun wederopbouwprojecten zolang zij er niet zeker van zijn dat hun klanten binnen afzienbare termijn zullen terugkeren. „Ik wil dat het leven, het sociale leven én het economisch leven, hier weer zo snel mogelijk op gang komt. Ik wil mensen over hun puin heen tillen -letterlijk en figuurlijk- en hun een toekomstperspectief bieden. Daarom kozen wij voor een drievoudige aanpak: tempo, tempo en nog eens tempo. En dat lukt alleen met het bedrijfsleven”, aldus Holloway.
Het is de aanpak die ook burgemeester Ray Nagin van New Orleans bepleitte, maar hij stuitte op tegenstand van bewoners. Die vonden dat de stad hun huizen al te makkelijk had aangemerkt als rijp voor de sloop. „Deze woningen zijn te gevaarlijk om zelfs maar te betreden, ze moeten werkelijk weg”, aldus Gregory Meffert van de stedenbouwkundige dienst in New Orleans. De bewoners van 5534 ’sloopwoningen’ stapten echter naar de rechter, in de hoop dat die uitstel verleent. Zij noemen het beleid van de stad „veel te overhaast.”
„Ik kan mij voorstellen dat het praktische en emotionele bezwaren bij mensen oproept als de stad beslist dat hun huis weg moet. Wij wachten dus maar af wat de rechter beslist, maar het betekent wel vertraging en dat is jammer”, aldus Meffert.
Alvin Hadley en zijn vrouw Audrey geven het stadsbestuur gelijk. „Ze moeten hier hetzelfde doen als in Biloxi: weg met die rommel en snel weer opbouwen, anders wordt het nooit meer iets met New Orleans”, meent Alvin uit de zwaar getroffen wijk Gentilly.
Zijn overbuurvrouw Judy Pons wil echter meer tijd. „Ik begrijp dat wij onze puinhopen niet eeuwig kunnen doorzoeken naar persoonlijke bezittingen, naar persoonlijke herinneringen vaak. Maar ik wil zeker weten dat ik alles heb uitgekamd. Het duurt tóch jaren voordat New Orleans weer overeind staat, áls dat tenminste ooit nog lukt”, aldus Judy.