Buitenland

Overheid Pakistan treedt niet op tegen eremoorden

Maar liefst 211 Pakistaanse vrouwen zijn in de eerste vier maanden van dit jaar vermoord om de eer van de familie te redden. Dat is de helft meer dan vorig jaar.

IPS
21 June 2002 11:02Gewijzigd op 13 November 2020 23:38

De militaire regering van Pakistan beweert dat ze strenge maatregelen genomen heeft om deze primitieve traditie uit te roeien. In werkelijkheid blijft de eeuwenoude praktijk ongestraft, zo blijkt uit een nieuw rapport van Madadgaar, een gezamenlijk project van de in Lahore gevestigde Advocaten voor de Mensenrechten en Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties.

De Pakistaanse media rapporteerden vorig jaar over enkele honderden zogenaamde eremoorden, maar volgens mensenrechtenactivisten ligt het werkelijke cijfer veel hoger. De moorden worden gepleegd omwille van vermeende ontrouw van een getrouwde vrouw, omdat een vrouw een partner wil huwen die niet de goedkeuring van de familie kan wegdragen of soms louter omdat een vrouw in het openbaar met een man gezien wordt.

„In werkelijkheid is dit echter gewoon een middel dat mannen gebruiken om de seksualiteit van vrouwen te controleren”, stelt Hadia Nusrat, die voor een niet-gouvernementele organisatie in Islamabad werkt. „Het is verkeerd om ontrouw te zijn”, oordeelt Shareefa Bibi, een huishoudster. „Maar niemand moet daarvoor vermoord worden. Ik ken mannen die hun vrouw gewoon van ontrouw beschuldigen omdat ze haar liever kwijt zijn.”

Volgens het rapport van Madadgaar heeft de overheid geen verregaande maatregelen genomen om deze praktijk te beëindigen. Zo is de overheid teruggekomen op haar belofte om islamitische wetten van dictator Zia ul Haq uit 1979, die vrouwen duidelijk discrimineren, aan te passen. Maar de regering van president Musharraf zegt dat ze haar werk wel gedaan heeft. Er werd een speciale commissie opgericht onder bescherming van de Nationale Commissie voor de Status van Vrouwen. Die heeft volgens de regering imams in het hele land opgedragen om de eremoorden in hun preken te veroordelen. De politie zou de opdracht gekregen hebben dit soort gevallen extra aandacht te geven.

Maar volgens mensenrechtengroepen zet dat weinig zoden aan de dijk zolang er geen speciale wet wordt opgesteld waarmee de eremoorden gesanctioneerd kunnen worden. „Er moet strenge wetgeving komen en er moeten zware straffen opgelegd worden”, zegt Shafqat Munir, voorzitter van Journalisten voor Democratie en Mensenrechten (JDHR), een niet-gouvernementele organisatie die zich over de kwestie buigt. „Maar de overheid moet ook via het onderwijs te werk gaan door de gelijkheid van mannen en vrouwen in het curriculum in te brengen en zo de gewoontes te veranderen. Een verandering op lange termijn kan alleen worden bewerkstelligd als jongeren worden voorgelicht.”

Activisten wijzen erop dat volgens de Pakistaanse grondwet alle inwoners voor de wet gelijk zijn en dat discriminatie op basis van geslacht verboden is. Pakistan heeft ook de conventie voor het uitroeien van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (Cedaw) ondertekend, en moet die uitvoeren, stelt Hadia Nusrat.

De politie zegt dat ze zonder speciale bevoegdheden weinig kan doen. „Onder de huidige wet kunnen we zonder een officiële klacht niemand arresteren, zelfs al kent een hele gemeenschap de moordenaars”, zegt een politieofficier die anoniem wil blijven. Aangezien eremoorden vaak met toestemming van de familie worden gepleegd, zijn speciale maatregelen noodzakelijk. In 74 van de gekende gevallen van dit jaar waren de echtgenoten de moordenaars, in 45 gevallen de broers, in zeventien de vaders, in twaalf de zwagers en in twaalf de zonen, blijkt uit het rapport. Vaak ging het om zeer brutale moorden: 28 vrouwen werden neergeschoten, 28 werden er vermoord met een bijl, twintig gewurgd, tien neergestoken en de anderen werden doodgeslagen.

Het Madadgaar-rapport, dat voornamelijk gebaseerd is op de moorden die de pers haalden, stelt dat dit slechts het topje van de ijsberg is. In afgelegen landelijke gebieden worden eremoorden zelden gerapporteerd, stelt ook Amnesty International in het rapport ”Bescherming van vrouwen” van april. „Karo kari (zoals eremoorden genoemd worden) vormt de ergste vorm van geweld tegen vrouwen en komt overal voor, maar meer in landelijke gebieden”, zegt Syed Shamsuddin van Amnesty. Hij gelooft dat de overheid, de rechtspraak en de samenleving ongevoelig zijn voor misdaden tegen vrouwen. „Daardoor blijft dit soort praktijken bestaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer