De band met Utrecht betekent het einde van het partnerschap met de Zwolse hogeschool Windesheim. „Daar kleefden te veel nadelen aan”, zegt ir. P. M. Murre, manager van de lerarenopleidingen voortgezet onderwijs (lvo) van Driestar educatief, die de overstap woensdagmorgen bekendmaakte. „Organisatorisch liep het niet altijd zo lekker. Het aantal studenten bleef ook achter, omdat Zwolle voor veel mensen ver weg ligt. Sommige studies konden niet in deeltijd gevolgd worden, zodat studenten meer dan één dag naar school moesten. Het aanbod aan opleidingen in Zwolle was eigenlijk ook niet helemaal wat we zochten. Daarom is, in goed overleg met Windesheim, besloten een andere oplossing te zoeken.”Die vond de Goudse hogeschool dichter bij huis. Instituut Archimedes, de uit de kluiten gewassen lerarenopleiding van de Hogeschool Utrecht, verzorgt vanaf 1 augustus 2006 het vakinhoudelijke deel van de opleidingen aardrijkskunde, biologie, Frans, natuurkunde, scheikunde, gezondheidszorg/welzijn en techniek. De lessen pedagogiek en didactiek -het meest identiteitsgevoelige deel van de opleidingen- verzorgt de Driestar zelf.

Scheikunde, gezondheidszorg/ welzijn en techniek zijn nieuw voor de Driestar. Die laatste twee opleidingen richten zich specifiek op het vmbo. „We merken dat daar behoefte aan is. In het vmbo zit uiteindelijk maar liefst 60 procent van de leerlingen. Er is grote vraag naar docenten voor die doelgroep.

We overwegen ook een opleiding omgangskunde te starten, met veel pedagogiek en didactiek, vooral gericht op het lesgeven in het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs.”

Voordelen van de overstap naar Utrecht zijn volgens Murre onder meer dat de locatie veel centraler ligt en dat alle opleidingen voortaan in deeltijd gevolgd kunnen worden. „Dat betekent eens per week een middag en aansluitend een avond naar school. Stuk voor stuk zijn het opleidingen die goed lopen. Dat hebben we grondig onderzocht, ook door vergelijking met andere lerarenopleidingen. Archimedes staat goed bekend en de onderwijskundige aanpak van dit instituut spreekt ons aan.”

Het is voor Driestar educatief niet haalbaar de gehele opleiding zelf te verzorgen. „Dat doen we wel voor Nederlands, Engels, Duits, geschiedenis, wiskunde en economie, maar dat aanbod breiden we voorlopig niet uit. Het vraagt vakinhoudelijk nogal wat en je hebt ook een minimumaantal studenten nodig om een opleiding volledig zelf te geven. Opzet en accreditatie kosten al gauw een 75.000 euro.

Daarom is samenwerking met een grotere hogeschool een mooie oplossing. De lessen pedagogiek en didactiek geven we zelf en daarvoor voegen we de groepjes van de verschillende vakgebieden samen.”

Een christelijke opleiding is ’Utrecht’ niet. „Archimedes zegt echter graag samen te werken met kleine partners die vanuit een duidelijke signatuur werken. Voor onze studenten is het wel goed om ook buiten de zuil rond te kijken, zeker voor degenen die regelrecht van een reformatorische middelbare school komen.

Inhoudelijke problemen verwachten we niet; die zijn er op Windesheim ook nooit geweest. Een student mag in een scriptie zijn eigen mening verwoorden, als hij die maar goed beargumenteert.”

Door het verplaatsen van de opleidingen en het starten van nieuwe studierichtingen, die zich op 11 januari tijdens een voorlichtingsavond presenteren, zal het aantal studenten van de Driestarlerarenopleidingen fors groeien, verwacht Murre.

Momenteel telt het lvo ruim 400 studenten. Daartoe behoren ook zo’n tien zijinstromers, die elk een „op maat gesneden” traject volgen, en zo’n dertig contractanten, die een aantal modules bij Driestar educatief volgen zonder er een volledige bevoegdheid te willen halen. Ook de zijinstromers gaan voor sommige lessen voortaan naar Utrecht in plaats van naar Zwolle.

Murre heeft nog meer plannen. „We gaan voor zeven tweedegraadsopleidingen samenwerking met Archimedes aan. Als dat goed bevalt, willen we ook kijken of er mogelijkheden voor eerstegraadsstudies zijn. Voor een deel van de docenten is dat een interessante verdiepingsmogelijkheid. Niet iedereen moet dat overigens willen. De onderbouw is niet alleen een doorstroomplek.”