Buitenland

„Strafhof zal juist veel voldoening geven”

„Provocatief en volstrekt onjuist.” Dat zegt de oud-voorzitter van de VN-voorbereidingscommissie voor het Internationaal Strafhof, mr. Adriaan Bos, over de voorspellingen van prof. G. A. M. Strijards woensdag in deze krant dat dit strafhof „desastreuze gevolgen” heeft.

Buitenlandredactie
20 June 2002 11:16Gewijzigd op 13 November 2020 23:38

Strijards, die namens het ministerie van Justitie in de delegatie zat, zei dat het strafhof veel te veel hooi op de vork neemt en daardoor gemakkelijk kan mislukken. Maar Bos vindt „het juist een instelling die de internationale gemeenschap veel voldoening kan geven.” Bos was van 1994 tot 1998 ook leider van de Nederlandse delegatie bij de onderhandelingen over het Statuut van Rome, dat de grondslag legt voor het strafhof.

Strijards voorspelde dat hoge politici als Bush en Sharon Nederland niet meer zouden bezoeken indien er aanklachten tegen hen lopen bij het Internationaal Strafhof. Het strafhof erkent immers niet de diplomatieke onschendbaarheid.

Bos: „Dit is een moeilijk probleem. Het Internationaal Gerechtshof heeft onlangs uitgesproken dat België niet een minister van Buitenlandse Zaken uit Congo mocht laten arresteren. Daar is de immuniteit dus bevestigd. Als het nationale recht dit moet respecteren, moet worden afgewacht welke gevolgen dit heeft voor het strafhof. Het strafhof is immers principieel aanvullend op nationaal recht. De voorstelling van Strijards is een versimpeling die me niet aanspreekt.”

Strijards verwacht niet alleen grote diplomatieke verlegenheid voor Nederland, maar ook enorme veiligheidsproblemen omdat het hof zich in Den Haag vestigt. Bos: „Dit is overdreven. Rond het Joegoslavië-tribunaal zijn er voldoende vooroefeningen op dit vlak gedaan. Anderzijds zijn de twee zorgpunten van Justitie -de beveiliging van het hof en het zeker stellen van veroordeelden- al die jaren doorlopend op de agenda geweest.”

Bos had als voorzitter van de voorbereidingscommissie een goed overzicht van de vorderingen met betrekking tot het Statuut van Rome. Hij herkent daarom ook niet de „transcendente euforie” die Strijards signaleerde in de houding van Nederland. „Er was steeds enorm veel begrip voor de Amerikanen. Er is doorlopend geprobeerd tegemoet te komen aan hun verlangens en hen over de streep te trekken. Tot 1998 waren de Amerikanen zeer coöperatief. Het is feitelijk onjuist dat hun positie al vanaf 1994 negatief was, zoals Strijards beweert.”

Op één punt kan Bos zich vinden in Strijards’ kritische punten. „Nederland is veel te laat begonnen met de ratificatie van het verdrag en implementatie ervan in nationale wetgeving. We zaten bij de late middenmoot. Maar dat kwam ook doordat de ratificatie door anderen heel voorspoedig verliep.”

Bos vindt Strijards’ voorspelling van een parlementaire enquête daarom volstrekt uit de lucht gegrepen. „Ik zou niet weten wat er te enquêteren zou zijn. Behoudens enkele punten, is het bij mij ook niet zo overgekomen dat Strijards vier jaar lang heeft gewaarschuwd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer