„Londen en Den Haag begrijpen elkaar inmiddels beter”
DEN HAAG - De nieuwe Britse ambassadeur in Nederland diende in zijn vorige periode op het verscheurde eiland Cyprus. Diplomatie is daar vooral op eieren lopen. Maar ook in Nederland is er werk genoeg. „De winst van het EU-referendum is dat Londen en Den Haag elkaar nu beter begrijpen.”
De moeder van de nieuwe Britse ambassadeur kwam uit Nederland. Zodoende kreeg Lyn Parker (1952) al met de paplepel wat van de Nederlandse taal ingegoten. Interviews doet hij echter nog in het Engels. „Mijn woordenschat is nog te beperkt. Maar ik werk eraan. Rond de Pasen moet het beter zijn. Uiteraard is het veel beter om in dit land Nederlands te spreken.”Vanwege de familieband bracht het gezin Parker in de jaren vijftig en zestig regelmatig vakanties door in Nederland. „Daardoor heb ik de fijnste herinneringen aan dit land. Maar verder kende ik Nederland alleen van buitenaf. Nederlanders staan bekend als een gedisciplineerd volk, met een sterke economie. In het Verenigd Koninkrijk heeft Nederland een heel positief imago. Maar intussen wist ik er natuurlijk weinig van.”
Andere punten waarmee Nederland bekend staat in het buitenland is de sterke ethische en sociale invloed op de politiek. Parker: „Zowel op nationaal als lokaal niveau zijn er veel sociale voorzieningen. Er wordt veel nagedacht over sociale noden. Europees gezien heeft Nederland meer het Scandinavische sociale model dan het mediterrane.”
„Met ethische invloed bedoel ik dat in parlementaire debatten niet alleen praktische, maar ook morele aspecten aan bod komen. In het Britse Lagerhuis is dat heel anders. Bij ons is de religieuze invloed op politieke partijen minder. We hebben geen christendemocratische of christensocialistische traditie. In Nederland is dat, met diverse christelijke partijen, natuurlijk anders.”
Sinds zijn aantreden als ambassadeur afgelopen september valt het de Britse diplomaat op dat in Nederland veel „onzekerheid” bestaat over de toekomst. „Bijvoorbeeld door de zwakke economie, hoewel het nu iets beter gaat. Maar ook door de integratievraagstukken. En het EU-referendum is ook een bom geweest. Vóór die volksraadpleging veronderstelde iedereen nog dat de Nederlandse bevolking voor de Europese integratie was.”
Het zijn ook deze onderwerpen waarover Parker in zijn periode als ambassadeur een gedachtewisseling op gang wil brengen tussen Den Haag en Londen. „De integratie van minderheden is zowel in Nederland als in Groot-Brittannië een controversieel onderwerp. De herkomst van de immigranten is bij ons wel anders dan hier en de spreiding is veel groter. Maar toch zijn de vragen min of meer hetzelfde, namelijk: In hoeverre verwacht je dat zij zich aanpassen aan ons en in hoeverre verwacht je dat wij ons aan hen aanpassen? Ik wil graag het debat hierover bevorderen. Hoewel niemand natuurlijk het magische antwoord heeft.”
„Ook wil ik werk maken van de Europese ontwikkeling. In veel landen bestaat een kloof tussen wat de Europese Unie doet en wat het publiek verwacht. Dat is echt niet alleen het geval in Frankrijk en Nederland, maar in alle Europese landen. Op dit moment reflecteert men nog over de uitslag van het referendum. Maar uiteindelijk moeten we natuurlijk een brede consensus vinden over de toekomst van de Europese Unie. Het publiek vraagt dat.”
Een prettige bijkomstigheid vindt ambassadeur Parker dat Nederland en Groot-Brittannië over EU-kwesties inmiddels „redelijk op één lijn” zitten. „Vroeger leken we wel tegengestelde posities te vertegenwoordigen, maar na het referendum is dat anders. Ik hoop dat we er gezamenlijk in slagen een richting aan te geven voor de toekomst. We zitten heel dicht bij elkaar.”
Bedoelt u dat Nederland eurosceptischer is geworden?
„Ik houd niet van dat woord. Dat betekent dat je fundamenteel tegen Europese samenwerking bent. In het Verenigd Koninkrijk kom je dat wel tegen, maar in Nederland niet. Waar het om gaat is dat in dit land een realistischer kijk op de werkelijkheid is ontwikkeld.”
„Vanouds werd de Europese gedachte gedreven door het voorkomen van twee dingen, namelijk oorlog en voedseltekorten. De nieuwe generatie zegt echter dat dit allemaal is bereikt en dat er nu andere zorgen zijn. Die betreffen bijvoorbeeld milieu en energie, maar ook immigratie en globalisering. Europa moet die punten natuurlijk wel oppakken.”
Is Nederland belangrijk voor Groot-Brittannië?
„Je zou de cijfers over wederzijdse economische investeringen moeten zien. Er gaat enorm veel kapitaal heen en weer. Ook politiek zouden we niet zonder elkaar willen. De relatie is altijd heel stabiel geweest. Mijn taak is dat zo te houden.”
Vergeleken bij uw vorige post, Cyprus, is het hier in Den Haag natuurlijk een makkie.
„Cyprus was een uitdaging. Ik heb daar in vier jaar tijd meer veranderingen gezien dan iemand in Nederland zou wensen. Maar ook hier zijn heus problemen op te lossen. Bijvoorbeeld over de Europese meerjarenbegroting. Dat moet deze week in de EU tot een akkoord leiden. De winst van het referendum is echter dat Londen en Den Haag elkaar nu beter begrijpen.”
Uw voorganger, Sir Colin Budd, had een hoog mediaprofiel. Gaat u dat nadoen?
„Nou ja, laten we zien hoe het gaat. Budd was in Nederland tijdens een levendig debat, onder meer over Irak. Hij was ook een heel begaafde woordvoerder van het Britse standpunt. Op Cyprus kwam ik ook veel in de media, maar ook dat kwam door de onderwerpen die speelden. Alles wat ik daar in de media zei, werd breed uitgemeten, want dit werd allemaal gezien als het officiële standpunt van de Britse regering. Wat dat betreft hoop ik dat mijn uitspraken hier minder gevoelig liggen.”