Buitenland

Verkiezingscampagne verloopt in Chili ongehoord beschaafd

SANTIAGO - Wat bezoekers uit andere Zuid-Amerikaanse landen vooral in Chili opvalt, is het ontbreken van politieke graffiti in het straatbeeld, terwijl zich in het land toch een felle verkiezingscampagne voltrekt. De kandidaten beperken zich tot het ophangen van (veel) posters en spandoeken, die zij overigens daags na de stemming moeten verwijderen op straffe van zware boetes.

Van onze correspondent
9 December 2005 11:21Gewijzigd op 14 November 2020 03:16
SANTIAGO – De Chileense presidentskandidaat Sebastian Pinera, lijsttrekker van de centrumrechtse Nationale Vernieuwingspartij, groette donderdag zijn aanhang tijdens de afsluiting van zijn verkiezingstournee. Foto EPA
SANTIAGO – De Chileense presidentskandidaat Sebastian Pinera, lijsttrekker van de centrumrechtse Nationale Vernieuwingspartij, groette donderdag zijn aanhang tijdens de afsluiting van zijn verkiezingstournee. Foto EPA

Het ordelijke verloop van de verkiezingsstrijd en het respect voor de openbare ruimte is slechts een van de vele kenmerken die het hedendaagse Chili een aparte plaats bezorgen in Zuid-Amerika. Een Argentijnse journalist beschreef het zo: „Wanneer men de Andes oversteekt en in Chili aankomt, waant men zich als bij toverslag verplaatst naar Zuid-Europa. Alles ziet er even verzorgd uit - van het politiebureau op de hoek tot aan de openbare school met het keurig aangeveegde speelplein. Er ligt geen vuil op straat. Mensen lopen er netjes bij. Hangjongeren of -ouderen zijn niet te bekennen. Dronkaards evenmin. Men stopt prompt voor rood en zelfs voor voetgangers bij zebrapaden. Allemaal ongehoord elders op ons continent.”Aanstaande zondag kiest dit welvarende Chili een nieuwe president. De meeste Chilenen zijn best tevreden met de huidige koers van het landsbestuur. De campagne gaat dan ook niet zozeer over de noodzaak van ingrijpende beleidswijzigingen als wel over de vraag hoe de politiek kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het land en kan instaan voor een eerlijke verdeling van de nieuw geschapen rijkdom.

Hoewel Chili er als enige Zuid-Amerikaans land in is geslaagd de armoede daadwerkelijk terug te dringen, is er amper voortgang geboekt met het rechttrekken van de sociale scheefgroei. Op het vlak van de inkomensverdeling scoort Chili nog steeds niet beter dan landen als Brazilië en Argentinië, waar van oudsher een kleine elite beslag legt op het leeuwendeel van het nationale inkomen. In Chili zijn de minst bevoorrechte lagen van de bevolking er de laatste twee decennia weliswaar aanzienlijk op vooruitgegaan en konden ruim 3 miljoen gezinnen zich aan de armoede onttrekken, maar tegelijkertijd zagen de allerrijksten hun inkomsten nog sneller stijgen.

Vijftien jaar geleden -in 1990, op het moment dat er een einde kwam aan de dictatuur van generaal Augusto Pinochet- leefde een volle 40 procent van de Chilenen onder de armoedegrens. Elf procent van de bevolking stond zelfs te boek als „schrijnend arm”, hetgeen betekende dat het deze mensen soms aan voedsel, warme kleding, onderdak en medische hulp ontbrak.

De schrijnende armoede is inmiddels volledig geëlimineerd, terwijl de ’gewone’ armoede is teruggebracht tot amper 18 procent van de bevolking. Het is de bedoeling van de regering om alle Chilenen naar de middenklasse te tillen tegen het jaar 2015. De strijd tegen de armoede heeft grotendeels in stilte plaats. In Chili ontbreken grootschalige projecten die met veel politieke fanfare de natie ervan moeten overtuigen dat de diensthebbende regering drukdoende is met het naleven van haar verkiezingsbeloften.

„Hier werken wij gewoon stug door en doen dat zonder veel ophef. Dat is ook helemaal niet nodig, want de mensen verwachten niet anders van de regering, ongeacht diens politieke kleur”, zo vertelt directrice Claudia Sánchez van het Nationale Solidariteitsfonds Fosis in de zuidelijke havenstad Puerto Montt. Hier heeft de spectaculaire opkomst van de kweekzalmindustrie voor veel nieuwe welvaart gezorgd en gingen de laatste krottenwijken inmiddels tegen de vlakte om plaats te maken voor uitgestrekte nieuwbouwwijken van felgekleurde volkswoningen.

De scheidende socialistische president Ricardo Lagos is het meest geliefde staatshoofd in Zuid-Amerika. Bijna 70 procent van de Chilenen is volgens opiniepeilingen goed te spreken over de verrichtingen van de president. Het is bewonderenswaardig dat Lagos, ondanks zijn populariteit, geen moment heeft gedacht aan een mandaatverlenging. De grondwet verbiedt de herverkiezing van het zittende staatshoofd. Maar dergelijke bepalingen hebben Zuid-Amerikaanse presidenten er nooit eerder van weerhouden om middels een constitutionele aanpassing een tweede ambtstermijn mogelijk te maken. Recent gebeurde dat nog in Colombia, waar president Alvaro Uribe zijn redelijk succesvolle aanpak van het politieke geweld hoopt te kunnen verzilveren door een tweede mandaat te veroveren.

In Chili is een tweede ambtstermijn voor Lagos nooit aan de orde geweest. Eigenlijk was de presidentsverkiezing van 2005 een al bij voorbaat geslechte wedloop. De kandidaat van de rooms-rode regeringscoalitie die het land sinds 1990 onafgebroken bestuurt zou aan slechts één verkiezingsronde genoeg hebben om de stembusstrijd te beslissen.

De vijftigjarige oud-minister van Volksgezondheid en Defensie, Michelle Bachelet -dochter van een generaal die wegens zijn loyaliteit aan de gekozen regering in de kerkers van het Pinochetregime om het leven is gebracht-, genoot maandenlang een ogenschijnlijk onoverbrugbare voorsprong op haar meer conservatieve electorale opponenten. Nog maar een maand geleden voorspelden peilingen dat zij kon rekenen op 48 procent van de stemmen.

Maar de afstand tussen Bachelet en de kandidaten van de twee onderling kibbelende conservatieve partijen is de afgelopen weken aanzienlijk geslonken. De succesvolle zakenman en miljardair Sebastian Pinera, lijsttrekker van de rechtse Nationale Vernieuwingspartij, boekt verlaat succes met zijn belofte het land om te smeden tot een Zuid-Amerikaanse „poema”, waarmee hij doelt op het verder versterken van Chili’s internationale concurrentiepositie.

Bachelet stelt het electoraat een voortzetting van het huidige succesvolle beleid in het vooruitzicht, waarbij zij wel meer aandacht wil besteden aan sociale aspecten zoals het reduceren van de thans overdreven grote inkomensverschillen.

De derde kandidaat die kans heeft een tweede en beslissende verkiezingsronde te halen is Joaquin Lavin van de Onafhankelijke Democratische Unie, die tijdens de presidentsverkiezingen van 1999 voor een verrassing zorgde door bij de tweede ronde op een electorale haar na het loodje te leggen tegen Ricardo Lagos, die destijds onverslaanbaar heette. Lavin heeft zich de afgelopen jaren ontdaan van zijn reputatie als de politieke erfgenaam van oud-dictator Pinochet maar wist de eendracht in conservatieve gelederen niet te handhaven.

Lavins nauwe banden met ultraconservatieve groeperingen als bijvoorbeeld Opus Dei, deden de meer pragmatische Nationale Vernieuwingspartij uiteindelijk besluiten een eigen presidentskandidaat te nomineren. Wat bij dit alles opvalt is de afwezigheid -als politieke factor- van oud-dictator Pinochet. De gewezen alleenheerser staat inmiddels onder huisarrest en ontvangt haast dagelijks bezoek van onderzoeksrechters die hem komen verhoren over politieke verdwijningen en moorden gepleegd tijdens zijn dictatuur. Ook moet Pinochet zich verantwoorden voor louche transacties met staatsbedrijven en miljoenen dollars die uit de schatkist verdwenen.

Geen van de presidentskandidaten -zelfs niet Joaquin Lavin- heeft een goed woord over voor de hoogbejaarde generaal. Dat is een heel verschil met tien jaar geleden, toen zo’n 40 procent van de Chilenen nog aangaf bewondering te kunnen opbrengen voor Pinochet en de manier waarop zijn regering het land had gemoderniseerd. Dat moderniseringsproces mag voltooid heten met deze verandering in de nationale psyche van Chili. De collectieve bewondering is thans weggelegd voor presidenten die gewoon hun werk naar behoren verrichten zonder daarbij de rechtstaat geweld aan te doen of de eigen portemonnee te vullen.

Na zijn aftreden keert president Ricardo Lagos dadelijk samen met zijn echtgenote terug naar het driekamerappartement in het centrum van Santiago dat hij zes jaar terug moest ontruimen omdat het „te bescheiden” heette voor een staatshoofd. Daar er geen ambtswoning of -paleis bestaat voor Chileense presidenten heeft Lagos de afgelopen jaren doorgebracht in een iets ruimer bemeten appartement dat de staat - met unanieme instemming van het parlement- voor de duur van zijn ambtstermijn huurde. „Ik ben blij dat we straks weer naar huis mogen”, zo liet de Chileense president zich onlangs op een onbewaakt ogenblik ontvallen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer