Op de Verenigde Staten en China na zijn de deelnemende landen het er donderdag bijna over eens geworden verder te praten over maatregelen tegen de opwarming van de aarde voor de periode na 2012.Staatssecretaris Van Geel (Milieu) liet zich op de een na laatste dag van de top voorzichtig optimistisch uit. Een reden daarvoor is dat belangrijke ontwikkelingslanden zoals India en Zuid–Afrika alsnog bereid zijn mee te werken aan een soort agenda voor onderhandelingen over verlenging van het zogeheten Kyoto–protocol, dat in 2012 afloopt. Volgens hem zijn dat „lichtpuntjes" en is dat „goed nieuws". „Het had meer moeten zijn, maar het is het maximaal haalbare". Kyoto verplicht industrielanden de uitstoot van broeikasgassen, met voorop kooldioxide (CO2), te verminderen met gemiddeld 5,2 procent in 2012, vergeleken met 1990.

De Derde Wereldlanden vallen daar niet onder. Opkomende economiën als India en China verzetten zich lange tijd tegen vervolgafspraken waaraan zij zich wel zouden moeten committeren, omdat zij niet in hun economische groei willen worden afgeremd.

India stelt zich volgens Van Geel nu coöperatiever op omdat het land voor enorme investeringen staan in de energievoorziening. Die coöperatieve houding gold aanvankelijk ook voor China, maar dat land maakte donderdagavond (plaatselijke tijd) opnieuw problemen.

Eerder wees Van Geel erop dat in China, elke tien dagen een kolencentrale wordt geopend. „Het land wil schone kolentechnologie financieren met steun uit het Westen, op basis van Kyoto–mechanismen", aldus van Geel. „Maar er komt alleen geld als er een protocol is.".

Over de Amerikaanse opstelling is hij weinig positief. Hij noemt het „heel zorgelijk" dat Washington blijft weigeren mee te werken aan een post–Kyotoproces. „Maar de conferentie is nog niet afgelopen en we hebben nog een nacht te gaan", aldus de CDA–bewindsman.

Hij heeft donderdag een apart onderhoud gehad met de Amerikaanse delegatieleidster Dobriansky. Van Geel had daarover ook iets in positieve zin te melden. Afgesproken is een oud Amerikaans–Nederlands samenwerkingsverband over de uitwisseling van kennis over klimaat en luchtkwaliteit nieuw leven in te blazen.