Eritrea wil blauwhelmen land uitzetten
ASMARA - Eritrea heeft westerse blauwhelmen van de Verenigde Naties te verstaan gegeven dat zij het land moeten verlaten. Dat blijkt uit een brief van de Eritrese regering, die dinsdag naar de VN-missie (Unmee) is verstuurd, zo bleek woensdag.
VN-militairen uit Europa, de Verenigde Staten, Canada en Rusland krijgen tien dagen de tijd om het land in de Hoorn van Afrika te verlaten.De VN-vredesmissie is langs de grens met Ethiopië gestationeerd. De blauwhelmen controleren daar een gedemilitariseerde bufferzone. Ethiopië en Eritrea vochten tussen 1998 en 2000 een bloedige grensoorlog uit, waarin meer dan 70.000 doden vielen. De laatste maanden is de spanning flink opgelopen. Volgens diplomaten treft de maatregel ongeveer honderd blauwhelmen.
In de brief wordt geen verklaring gegeven voor het wegsturen van de leden van de VN-missie. Vermoedelijk wil de regering van Eritrea met de uitwijzing haar ongenoegen kenbaar maken over een dreigement van de VN-Veiligheidsraad vorige maand om het land sancties op te leggen tenzij beperkingen opgelegd aan Unmee-patrouilles worden ingetrokken. De VS, Rusland en enkele Europese landen zitten in de Veiligheidsraad.
Eritrea verbood Unmee in oktober om nog langer met helikopters te vliegen. Ook werden grondpatrouilles ernstige beperkingen opgelegd. Sindsdien kan de missie in circa 60 procent van het mandaatgebied niet meer opereren. Verscheidene VN-posten in de bufferzone moesten worden opgeheven. Zowel Eritrea als Ethiopië heeft de afgelopen weken grote aantallen militairen en materieel samengetrokken langs de omstreden grens.
De landen sloten onder internationale druk in 2000 het vredesakkoord van Algiers. Hierin stond dat het Hof van Arbitrage in Den Haag zich over het grensconflict zou buigen. De uitspraak zou door beide landen daarna worden geaccepteerd. Het hof kende in 2002 de stad Badme toe aan Eritrea, maar Ethiopië weigert zich neer te leggen bij het oordeel.