De C–130 was net van Mehrabad vertrokken met bestemming Bandar Abbas, een havenstad in het zuiden van Iran, toen de piloot te kampen kreeg met technische problemen en probeerde terug te keren naar de luchthaven. Alle 94 inzittenden van het toestel, onder wie veel Iraanse journalisten die verslag wilden doen van militaire oefeningen in Zuid–Iran, zijn omgekomen.In het flatgebouw, in de voorstad Azadi, vielen volgens de laatste berichten 21 doden en negentig gewonden. Slechts negen gewonden hoefden in een ziekenhuis te worden opgenomen, zei politiechef Mortaza Talaei voor de staatstelevisie. De meeste getuigen zeiden dat het vliegtuig de bovenste verdiepingen van het gebouw had geraakt, maar volgens Talaei was een vleugel tegen de tweede verdieping geslagen en had de romp zich aan de voet van het gebouw in de grond geboord.

Bij de plek des onheils moest de politie duizenden mensen tegenhouden. Velen van hen wilden familieleden en vrienden in het getroffen gebouw helpen. Ook moest de politie nieuwsgierigen met geweld verwijderen opdat hulpverleners de rampplek konden bereiken.

Het is niet voor het eerst dat een C–130 in Iran neerstort. In juni 2003 gebeurde dat ook, zo’n vijftig kilometer ten zuidwesten van Teheran. Daarbij kwamen zeven mensen om.

De C–130 is van Amerikaanse makelij. Waarschijnlijk dateerde het verongelukte toestel nog uit de tijd de Verenigde Staten en Iran nog vrienden waren, voor de islamitische revolutie van 1979.

Twee grote Iraanse vliegrampen deden zich voor in februari 2003 en juli 1988. In 2003 kwamen 302 mensen om het leven toen een Iljoesjin–76 met leden van de Revolutionaire Garde in Zuidoost–Iran neerstortte en in 1988 werd een Airbus A300 van Iran Air boven de Perzische Golf neergehaald door het Amerikaanse oorlogsschip USS Vincennes. Daarbij kwamen 290 mensen om het leven.