Pinochet ontmoet eigen generaal geheime dienst
SANTIAGO - De Chileense justitie gunt ex-dicator Augusto Pinochet nog geen rust. Vorige week moest 89-jarige gewezen alleenheerser maar liefst drie keer voor ondervraging opdraven. Terwijl zijn geheugen hem, naar eigen zeggen althans, juist in de steek begint te laten.
Een groep gerenommeerde artsen is echter tot de conclusie gekomen dat Pinochet zijn dementie „in hoge mate” overdrijft. Dat zegt althans openbaar aanklager Hernan Quezada. Daarom komt Pinochet dus niet in aanmerking voor vrijstelling van rechtsvervolging wegens mentaal onvermogen.Vorige week had Pinochet een onverwachtse ontmoeting met de voormalig directeur van zijn eigen geheime dienst, generaal Manuel Contreras. De confrontatie was georganiseerd door onderzoeksrechter Victor Montiglio. De ontmoeting tussen beiden vond plaats in de presidentiële ambtswoning -bijgenaamd De Bunker- die Pinochet eertijds voor zichzelf liet bouwen. De bejaarde ex-dictator was tevoren niet ingelicht over de aanwezigheid van Contreras, die eerder wegens verdwijningen twaalf jaar cel kreeg.
De voormalig directeur van de geheime dienst DINA heeft zich ontpopt tot Pinochets sterkste opponent. Contreras is ronduit ziedend op de ex-dictator, die hij onder meer beschuldigt van verraad en lafheid. Volgens Contreras geeft Pinochet een verkeerde voorstelling van zaken wanneer hij beweert amper of geen weet te hebben gehad van de talrijke mensenrechtenschendingen die tijdens zijn regeerperiode (1973-1990) plaatshadden.
Contreras ontplofte bijna in zijn cel toen Pinochet begin vorige week opnieuw verklaarde dat hij zich geen mishandelingen van andersdenkenden voor de geest kon halen. „Ik ben bovenal van roomsen huize”, aldus de oud-dictator, „en mijn gedragingen hebben altijd de kerkelijke leer weerspiegeld. Het kan dus best zijn dat enkele ondergeschikte officieren iets minder respect toonden voor hun medemensen, maar dat is hun nimmer van hogerhand opgedragen”, aldus Pinochet, die bij herhaling insinueerde dat het vooral DINA-baas Contreras was die maar geen genoeg kreeg van geweldplegingen.
Oud-generaal Manuel Contreras geeft als eerste toe dat hij bepaald geen lieverdje is geweest. „Het waren vervelende tijden en er gebeurden vervelende dingen waaraan ik actief heb bijgedragen”, aldus Contreras.
Wat hem evenwel grenzeloos in het verhaal van Pinochet irriteert, is de suggestie dat zijn DINA destijds als een ongeleid projectiel opereerde. „De strijdkrachten van Chili functioneren op basis van een bijzonder strikte hiërarchie. Er gebeurde niets zonder uitdrukkelijk bevel. Als onderdeel van het militair apparaat kreeg de geheime politie opdrachten uit het presidentieel paleis. Wij hebben nooit alleen kunnen of willen handelen”, aldus Contreras.
Hoewel de ex-DINA-baas gezien zijn besmeurde verleden niet echt betrouwbaar mag heten, klinkt zijn verhaal een stuk aannemelijker dan dat van Pinochet. Sterker nog: Contreras beschikt over ambtsbevelen voor politieke moorden, verdwijningen en folteringen, met daarop persoonlijke aantekeningen van Pinochet. Contreras was lange jaren degene die het vuile werk voor de dictatuur mocht opknappen.
„Het is een schande dat Pinochet nu niet mans genoeg blijkt om de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Hij schuift ondergeschikten alle schuld toe en laat hen boeten voor zijn eigen misdaden”, zo vindt Contreras.
Hij herinnerde Pinochet er vrijdag aan dat de dictator in de laatste maanden voor de val van zijn regime bij herhaling had verzekerd dat geen enkele militair ooit in moeilijkheden zou geraken door het opvolgen van bevelen. „U beweerde iedereen in bescherming te kunnen nemen en zei als president alle verantwoordelijkheid te dragen”, aldus Contreras.
Volgens het verslag van de ontmoeting op vrijdag prevelde de ex-president alleen dat hij zich niets kan herinneren: „Het is vast niet waar, en als het dat wel is, kan ik het mij niet voor de geest halen.”
Pinochet had ook een door rechter Montiglio gearrangeerde ontmoeting met de voormalige DINA-officier Ricardo Lawrence. Die kwam hem jarenlang elke ochtend op het paleis informeren over de activiteiten van de geheime politie. Wederom wist Pinochet deze officier niet te plaatsen en verklaarde hij zich van het dagelijkse ritueel niets te kunnen herinneren.
Het is wellicht niet gemakkelijk om oud-generaal Manuel Contreras -destijds een uitzonderlijk meedogenloos mens- gelijk te geven, maar eigenlijk kan het niet anders. Haast alles wijst erop dat Augusto Pinochet een lafaard is die anderen zwart maakt en zich zelf van geen kwaad bewust is. Niet alleen fingeert de voormalige alleenheerser vergetelheid wanneer het politieke moorden en verdwijningen betreft; hij doet dat ook ten aanzien van de miljoenen dollars die hij uit de staatskas graaide en aan steekpenningen inde.
Hoewel de Chileense justitie geen belemmeringen meer heeft voor de daadwerkelijke vervolging van Pinochet rijst de vraag of het nog wel wenselijk is het zielig bevende hoopje mens bloot te stellen aan een strafproces. Nu blijkt dat deze angsthaas helemaal niet de krachtige ”generalissimo” is voor wie de Chilenen hem hielden, is het wellicht beter hem verder ook maar te negeren.