Buitenland

CIA spil van groot antiterreurnetwerk

NEW YORK - De Amerikaanse inlichtingendienst CIA heeft na de septemberaanslagen van 2001 een wereldwijd netwerk gecreëerd van samenwerking met lokale inlichtingendiensten in meer dan 25 landen. Daarvoor werden in deze landen gezamenlijke commandocentra opgezet, gefinancierd door en onder leiding van de CIA.

Van onze correspondent
18 November 2005 23:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:11

The Washington Post maakte dit vrijdag bekend op basis van interviews met „tientallen” huidige en voormalige medewerkers van de CIA. De krant benadrukt dat deze Counterterrorist Intelligence Centers (CITC’s) losstaan van de geheime gevangenissen van de inlichtingendienst buiten de VS. Het CITC-netwerk is volgens de CIA het belangrijkste instrument van de organisatie in de wereldwijde terreurbestrijding sinds de septemberaanslagen.Wereldwijd werden er sinds de septemberaanslagen meer dan 3000 leden van de terreurorganisatie al-Qaida en andere verdachte terroristen opgepakt. „Vrijwel al deze arrestaties waren het resultaat van onze wereldwijde samenwerking binnen het CITC-netwerk”, aldus José Rodriguez, plaatsvervangend ”director of operations” van de CIA, oftewel de man die de activiteiten van Amerikaanse spionnen in het buitenland coördineert. Het citaat van Rodriguez is afkomstig uit een verslag van een besloten bijeenkomst eerder dit jaar met de inlichtingencommissies van de Senaat en van het Huis van Afgevaardigden in Washington.

„Als je met een grote mokerslag de terreurbasis Afghanistan buiten gevecht stelt -wat na de septemberaanslagen gebeurde- zijn er weinig landen waar terroristen een veilig onderdak konden vinden. De CIA concentreerde zich daarom op buurland Pakistan, Indonesië (het land met de grootste moslimbevolking ter wereld), Saudi-Arabië en Jemen”, aldus een van de bronnen van de Washington Post.

De samenwerking van de CIA met lokale inlichtingendiensten wordt nauwelijks beïnvloed door politieke controverses tussen de desbetreffende landen en de VS. Washington ventileert bijvoorbeeld nogal wat kritiek op het regime van de Oezbeekse president Islam Karimov, die niet bepaald bekendstaat als kampioen in het respecteren van de mensenrechten. De samenwerking van de CIA met Karimovs inlichtingendienst heeft echter niet onder deze kritiek te lijden.

Frankrijk was een fel criticus van de Amerikaans-Britse invasie van Irak. Dat leidde soms tot scherpe uitvallen over en weer die de betrekkingen tussen Washington en Parijs leken te belasten. Dat was echter geen beletsel voor de CIA om samen met de Franse inlichtingendienst DGRG (Direction Centrale des Renseignements Généraux) in Parijs een centrum te creëren speciaal gericht op Europese antiterreuroperaties. Dit is het enige CITC-centrum waar deskundigen uit andere landen (onder meer uit Duitsland, Groot-Brittannië, Canada en Australië) samenwerken met de Amerikanen en met de lokale inlichtingendienst.

Het model voor samenwerking met lokale krachten komt uit Latijns-Amerika, waar de Amerikanen in de jaren tachtig op veel hindernissen stuitten in hun strijd tegen de drughandel. Lokale drugsbestrijdingsdiensten en inlichtingendiensten bleken vaak te corrupt. Dat leidde tot het opzetten van CIA-centra die met goedkeuring van ’s lands hoogste leiders betrouwbare lokale krachten inhuurden.

„De CIA besefte na de septemberaanslagen al snel dat eenzelfde patroon wereldwijd nodig was voor de terreurbestrijding. De organisatie heeft zelf namelijk noch de mankracht noch de expertise om in terreurnetwerken te infiltreren. Dat kan alleen met hulp van lokale inlichtingendiensten en dat is precies de succesformule geworden voor de CITC-centra wereldwijd”, aldus Doug Bandow, politiek analist van het Cato Research Instituut in Washington.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer