Strijd in Kenia tussen bananen en sinaasappels
De Kenianen stemmen maandag in een referendum over een nieuwe grondwet. De laatste paar weken vindt er een verwoede strijd om de gunst van de kiezer plaats tussen bananen en sinaasappels.
Kenianen die in deze dagen duidelijk maken dat zij een ’banaan’ zijn, behoren tot de voorstanders van de nieuwe constitutie. Het symbool van de tegenstanders is de sinaasappel. Omdat het analfabetisme in Kenia nog altijd hoog is, zijn de verschillende posities gekoppeld aan een herkenbaar teken.De Kenianen stemmen maandag voor het eerst in veertig jaar over een grondwetswijziging. De vraag die de gemoederen het meest verhit, is hoe het land de komende jaren zal worden geregeerd. In de nieuwe grondwet krijgt de president uitgebreide bevoegdheden, zoals het benoemings- en ontslagrecht van premier en ministers. Het is met name dit voorstel dat het vuur van de discussies in de afgelopen maanden hoog deed oplaaien en het kabinet zelfs in tweeën deelde.
De tegenstanders van de herziene grondwet pleiten voor een democratischer model waarin de macht gedeeld wordt tussen de president en een gekozen premier. Zij bewegen zich daarmee in lijn met een alternatief wijzigingsvoorstel uit 2004. President Mwai Kibaki beloofde bij zijn aantreden in 2002 „binnen honderd dagen” een herziene grondwet te zullen aanbieden. Toen die uitbleef, organiseerden ongeduldige parlementariërs in maart 2004 zelf een nationale conferentie en presenteerden de zogenoemde Bomasontwerptekst.
Tot de oppositie behoren zeven ministers en de aanhangers van oppositiepartij Kanu. Ook de kerken, islamitische leiders en mensenrechtenorganisaties scharen zich voor het grootste deel in het kamp van de sinaasappels.
De voorstanders van de nieuwe grondwet -die overigens al door het parlement is goedgekeurd- zijn gegroepeerd rond president Kibaki en vicepresident Moody Awori. Ook de meerderheid van het kabinet staat achter de wijzigingsvoorstellen.
Behalve de macht van de president is de positie van de islamitische gerechtshoven een belangrijk punt waarover de bevolking zich maandag mag uitspreken. De oude grondwet erkent de islamitische rechtbanken op grond van een verdrag uit 1963 met Zanzibar. Het eilandstaatje Zanzibar schonk een strook land aan Kenia op voorwaarde dat het de rechten en het geloof van de mensen die er woonden zou respecteren. Steeds meer inwoners van het overwegend christelijke Kenia vinden het bestaan van de afzonderlijke rechtbanken zo langzamerhand echter gedateerd en willen af van de erkenning in de grondwet.
Een derde gewichtig punt zijn de voorstellen voor ingrijpende landhervormingen. Grootgrondbezitters hebben angstig op de beoogde wijzigingen gereageerd. Zij zijn voornamelijk gevestigd in de vruchtbare Riftvallei.
De rivaliteit tussen voor- en tegenstanders van de nieuwe grondwet nam de afgelopen weken zodanige vormen aan dat het Keniaanse dagblad The Standard maande dat „Kenianen moeten beseffen dat er ook een leven en een natie is na aanstaande maandag.”
Columnist Jerry Okungo schreef in dezelfde krant dat hij alleen al in de afgelopen maand 42 haatspeeches van politici had geturfd. „In een tijd waarin Frankrijk letterlijk in brand staat, buurland Sudan juist een echte vrede realiseert en Somalië net weer een natie wordt, moeten we ons zorgen maken over dergelijke speeches. Moeten we Rwanda echt zo snel vergeten?”
Bij geweld op straat kwamen tot nu toe negen mensen om, waaronder verschillende kinderen. Iedereen beseft dat de huidige grondwet, die van kort na de onafhankelijkheid in 1963 dateert, herziening behoeft, maar over de aard van de wijzigingen bestaat groot verschil van mening. Maandag zal blijken welke vrucht het sterkste is: de banaan of de sinaasappel.