Verhuizing Afrika’s grootste sloppenwijk ligt stil
NAIROBI (IPS) - Alles ging veranderen voor de inwoners van Kibera, de grootste sloppenwijk van Afrika. De Keniaanse regering en de VN lanceerden een jaar geleden een plan om de ongeveer 700.00 inwoners van de sloppenwijk een menswaardige woning te geven, onder meer in nieuwe appartementencomplexen. Maar een jaar later is er in Kibera nog geen spoor te bekennen van enig project.
In Kibera, de meest verpauperde voorstad van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, ziet alles er nog steeds uit als vanouds. Woningen -optrekjes eigenlijk van moddermuren en roestige golfplaten- baden in hopen afval. De open riolen met menselijke uitwerpselen kronkelen er ongestoord door de menselijke ellende. Vrouwen staan in de rij voor de schaarse waterbronnen.In oktober vorig jaar kondigden de Keniaanse regering en UN-Habitat, een VN-programma dat betere huisvesting nastreeft, een grootschalig schoonmaak- en verhuisprogramma aan. Alle inwoners moeten binnen vijftien jaar een nieuw onderkomen gevonden hebben in een menswaardig appartement. Een ware volksverhuizing, want het gaat om meer dan een half miljoen mensen.
De eerste fase van de operatie moest al afgerond zijn volgens de initiële planning. Tegen oktober dit jaar zouden de eerste inwoners verhuizen naar nieuwbouw in Soweto, een wijk genoemd naar de zwarte buurt van Johannesburg onder de apartheid. Maar in Soweto is nog geen enkel huis gebouwd. Er is zelfs geen teken van bouwactiviteit op de site waar president Mwai Kibaki in 2004 de virtuele eerstesteenlegging deed. De regering en UN-Habitat hebben in de wijk elk een nieuw kantoor gebouwd. Maar die staan voorlopig leeg.
„We voelen ons bij de neus genomen. We hebben geen idee van wat er aan de hand is en niemand geeft ons informatie”, zegt Donald Kilindi, de voorzitter van de Kenya National Slum People’s Organisation (Kenspo), een groep die zich inzet voor een eerlijk huisvestingbeleid voor de inwoners van Kibera. „We wachten al een jaar, en dat is lang. We willen nú actie van de regering en van de VN.”
Sharad Shankardass, de woordvoerder van UN-Habitat, sust de gemoederen. „Het is niet omdat er geen graafmachines te zien zijn dat er niets gebeurt. Het is een langdurige klus. Er gaat veel energie in planning en sociaal onderzoek zitten. Dát is wat wij de voorbije twee jaar hebben uitgevoerd.” Momenteel loopt er nog een onderzoek naar het inkomen van de inwoners van Kibera. ”Dat is belangrijk, om te vermijden dat de meer bemiddelde inwoners alles krijgen en de armen niets.”
Het ministerie van Infrastructuur geeft toe dat het project vertraging heeft. „De plannen en de uitbesteding hebben lang op zich laten wachten - er was een hele ketting van handtekeningen nodig”, zegt een woordvoerder. „Nu hebben we eindelijk een bouwbedrijf onder de arm.”
Verontrustend is wel dat nog niet alle nodige fondsen verzameld zijn om het werk uit te voeren. De regering-Kibaki had gerekend op buitenlandse donoren om het project rond te krijgen. Maar die zijn niet meer zo happig om geld te geven aan Kenia omwille van de slechte reputatie van dat land op het vlak van corruptie. President Kibaki, aan de macht sinds drie jaar, heeft de donoren niet kunnen overtuigen dat hij het door en door corrupte overheidsapparaat enigszins transparanter en gezonder heeft gemaakt.