„Virus geen gevaar voor zeehonden Waddenzee”
Het virus dat in de Oostzee de afgelopen tijd voor een slachting onder de zeehondenpopulatie heeft gezorgd, is geen gevaar voor de zeehonden in de Waddenzee. Dat heeft zeehondenonderzoeker P. Reijnders vrijdag gezegd bij de viering van het 50-jarig bestaan van Zeehondenopvang Ecomare op Texel.
„Mocht het virus de Waddenzee bereiken, dan leidt dit in het ergste geval tot een halvering van de populatie. Dan blijven er nog altijd 2500 dieren over”, aldus Reijnders. „Dat is nog altijd vijf keer zoveel als in 1988, toen hetzelfde virus een ware slachting aanrichtte. Destijds overleefden slechts vijfhonderd robben de strijd tegen het virus.” Tot donderdag zijn in de Oostzee inmiddels 360 zeehonden gestorven.
Het jubileum van Ecomare werd gevierd met de opening van een tentoonstelling en de presentatie van een boek over de zeehond en de Waddenzee. Het eerste exemplaar werd uitgereikt aan Annie de Haan. Zij begon op 24 mei 1952 samen met haar echtgenoot Gerrit de opvang, de eerste van Europa.
Het boek „Zeehond en Waddenzee” van auteur Johan Bos beschrijft de geschiedenis van de zeehondenopvang op Texel en geeft een beeld van de Waddenzee in de afgelopen 50 jaar.
