Palestijnen en Israëliërs radicaler
Palestijnen en Israëliërs worden politiek gezien steeds radicaler. Dat tonen opinieonderzoeken die recentelijk gehouden zijn onder beide bevolkingsgroepen.
De meerderheid van de Palestijnen (51,1 procent) gelooft dat het doel van de intifada, zoals zij de huidige golf van geweld tegen Israël noemen, de bevrijding moet zijn van „geheel historisch Palestina.” Tot dat gebied behoren niet alleen de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, maar ook de hele staat Israël binnen de grenzen van voor juni 1967.
In december vorig jaar dacht nog 43,9 procent van de Palestijnen dat „geheel Palestina” moest worden bevrijd. De cijfers blijken uit een opiniepeiling van het Jeruzalem Media en Communicatie Centrum, waarvan de resultaten eergisteren onder de pers werden verspreid.
Terreuraanslagen tegen Israëliërs genieten nog steeds grote steun; 68 procent van de Palestijnen staat achter de zelfmoordaanslagen tegen Israëliërs. De steun voor de kamikazeterreur is overigens tanende. Uit eerdere onderzoeken bleek dat in maart dit jaar nog 72 procent van de Palestijnen achter de zelfmoordaanslagen stond. In december vorig jaar was dat nog 74 procent.
De militaire acties van het Israëlische leger in de Palestijnse gebieden resulteren in grotere steun voor de Palestijnse leider Yasser Arafat. Arafat geniet ook het meeste vertrouwen als leider: 25,1 procent van de Palestijnen zei op Arafat te vertrouwen. In maart 2002 was dat 27,9 procent en in december 2001 24,5 procent. 38 procent van de Palestijnen zegt dat hun steun voor Arafat is toegenomen door de militaire acties. Bijna 60 procent van de Palestijnen zegt ook dat de steun voor de radicale islamitische Hamas-beweging is toegenomen door de Israëlische militaire acties.
Na Arafat geniet de spirituele vader van de Hamas, sjeik Ahmed Yassin, het meeste vertrouwen (8,8 procent). Als derde in de rij van de meest populairen volgt Marwan Barghouti (6,3 procent), de leider van de gewapende Fatah-activisten. Hij zit momenteel in Israël achter slot en grendel vanwege zijn rol bij terreuraanslagen. Hij is de enige leider die in populariteit toeneemt.
Het onderzoek werd gehouden onder 1179 Palestijnen op zowel de Westelijke Jordaanoever als in de Gazastrook. De Palestijnen in de Gazastrook laten radicalere meningen zien dan hun volksgenoten op de Westoever.
De publieke opinie onder Joodse Israëliërs laat een trend naar rechts zien in het jaar 2002, aldus professor Asher Arian van de Tel Aviv Universiteit in het blad ”Strategic Assessment.” Volgens hem zijn zijn landgenoten in de afgelopen ruim anderhalf jaar „veel militanter” geworden. Zo zegt tegenwoordig 80 procent van de Joodse Israëliërs dat de Arabieren die het Israëlische staatsburgerschap hebben, niets te vertellen mogen hebben over zaken die van belang zijn voor de uiteindelijke grenzen van Israël. In 2000 was dat nog 65 procent.
Het vertrouwen in het vredesproces duikt naar beneden, aldus Arian. In 1999 dacht 67 procent van de Israëliërs nog dat vredesakkoorden met de Palestijnen en de Arabische landen zouden leiden tot een einde van het Israëlisch-Arabische conflict. In 2001 was dat geslonken tot slechts 30 procent en dit jaar ziet nog maar 26 procent wat in vredesregelingen. Meer dan driekwart van de Israëliërs gelooft dat de kans op oorlog met een Arabische staat in de komende drie jaar middelmatig tot hoog is. Van de 1264 ondervraagden gelooft 42 procent dat de Arabieren zoveel mogelijk Joden in Israël willen doden. Verder gelooft 78 procent van de Israëliërs dat de persoonlijke veiligheid is afgenomen na het begin van het vredesproces in 1993.
De Joodse nederzettingen op de Westoever en in de Gazastrook blijven omstreden onder zowel Palestijnen als Israëliërs. Palestijnen zien ze als het symbool van de bezetting.
Precies de helft van de Israëliërs is bereid alle nederzettingen behalve de grote op te heffen. In 2001 was dat percentage overigens nog 55 procent.