„Anti-Syrisch complot achter VN-onderzoek”
DAMASCUS - De Syrische president Bashir al-Assad is er vrijwel zeker van dat Syrië onschuldig is aan de moord op de Libanese oud-premier Hariri. Assad zei donderdag in een toespraak op de universiteit van hoofdstad Damascus dat de vijanden van Syrië het land in een chaos willen storten, zodat ze er voordeel kunnen uithalen.
„Syrië weigert compromissen te sluiten over de eigen soevereiniteit en zal niet wijken voor de druk van de grote mogendheden”, aldus Assad. „We mogen de kop nu niet in het zand steken. De Syriërs moeten de strategie van de vijanden analyseren.” Hij noemde de Libanese premier Fuad Siniora een „slaaf van zijn meesters.” De president doelde daarmee op de goede betrekkingen tussen Siniora en de westerse landen.Assad reageerde donderdag op de bevindingen van een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties onder leiding van de Duitser Detlev Mehlis. Die commissie concludeerde vorige maand dat de moord in februari op Hariri niet kan zijn gepleegd zonder instemming van de Syrische inlichtingendiensten. Assad zei dat er geen bewijs is voor de betrokkenheid van Syrië bij de moord.
Verder ging de president in op de verklaring van de VN-commissie dat de samenwerking van Syrië in het onderzoek naar de moord onder de maat is. Assad zei dat hij Mehlis had uitgenodigd naar Syrië te komen om over de Syrische medewerking aan het onderzoek mee te werken. Volgens de president legde Mehlis die uitnodiging naast zich neer.
De Franse president Jacques Chirac zei donderdag dat het voor de internationale gemeenschap „niet denkbaar, toelaatbaar of aanvaardbaar” is dat Syrië weigert mee te werken. Hij waarschuwde dat Syrië sancties tegemoet kan zien als president Assad „volhardt in het niet willen luisteren of begrijpen.” Maar Assad herhaalde dat Syrië wel degelijk meewerkt aan het VN-onderzoek. Hij voegde daaraan toe dat de internationale gemeenschap hoe dan ook zal concluderen dat zijn land onvoldoende meewerkt. „We moeten realistisch zijn. Syrië is een doelwit.”
De Verenigde Staten noemden Assads uitlatingen donderdag „stuitend.” Volgens woordvoerder Adam Ereli van het ministerie van Buitenlandse Zaken kan de toespraak van de Syrische leider slechts worden uitgelegd als een teken van minachting voor de resoluties van de VN-Veiligheidsraad die Syrië aansporen mee te werken aan het onderzoek naar de moord op Hariri.
Rafiq Hariri kwam om het leven door een bomaanslag in Beiroet. Daarbij vielen behalve de oud-premier nog twintig doden. Hariri had zich tegen de Syrische aanwezigheid in Libanon gekeerd en was daarom volgens veel mensen doelwit van een door het buurland georkestreerde aanslag.