Blair verliest stemming terrorismewet
LONDEN (ANP) – Het Britse parlement heeft woensdag met 322 tegen 291 stemmen een wetsvoorstel voor vergaande antiterroristische maatregelen verworpen. Het is de zwaarste politieke nederlaag voor premier Blair sinds zijn aantreden in 1997. Niet eerder sneuvelde een voorstel van zijn regering in het Lagerhuis.
Het wetsontwerp maakte het mogelijk terreurverdachten tot negentig dagen zonder aanklacht vast te houden. Niet alleen de Conservatieve en Liberaal–Democratische oppositie, maar ook leden van Blairs eigen Labour–partij vonden het voorstel te ver gaan.Het Lagerhuis ging wel akkoord met een compromis van kritische Labour–afgevaardigden, namelijk een verlenging van het wettelijk toegestane voorarrest van terreurverdachten zonder aanklacht van veertien naar 28 dagen.
Blair deed tijdens het debat nog een wanhopige poging voldoende parlementsleden achter zijn voorstellen te krijgen. In een verhitte discussie zei de premier dat de politie sinds de aanslagen in Londen op 7 juli twee aanslagen kon verijdelen. Hij zei dat parlementariërs de plicht hebben de politie de bevoegdheden te geven die nodig zijn om terrorisme te bestrijden.
„We leven niet in een politiestaat, maar in een land dat zich geplaatst ziet voor een reële terroristische dreiging”, aldus Blair. De premier had het belang van de stemming nog eens onderstreept door de ministers Gordon Brown (Financiën) en Jack Straw (Buitenlandse Zaken) ervoor terug te roepen uit het buitenland.
De Conservatieve leider Michael Howard zei echter te vrezen dat Londen door de maatregelen de Britse moslimgemeenschap verder van zich zou vervreemden. Woordvoerder voor Binnenlandse Zaken David Davis zei zelfs dat de nieuwe wetgeving daardoor weleens „een geschenk voor terroristen” zou kunnen blijken te zijn.
Blair leek onlangs nog water bij de wijn te willen doen om een nederlaag in het parlement te voorkomen. Maar uiteindelijk zette hij het negentig–dagen–plan zonder compromissen door.
De regering beriep zich voor de vergaande aantasting van de rechten van verdachten op de aard van het huidige terrorisme. Verdachten zouden moeilijk te volgen en te vatten zijn door hun herkomst, connecties en mogelijke verblijfplaatsen in andere landen. De doelstellingen van terroristen dwingen vooral tot voorkomen en dus tot rigoureus ingrijpen voor het misdrijf feitelijk is gepleegd.
Bij het terrorisme van Noord–Ierse nationalistische of republikeinse extremisten was de drijfveer over het algemeen niet het maken van zoveel mogelijk slachtoffers. Het IRA (Ierse Republikeinse Leger) waarschuwde zelfs voor zijn bommen afgingen. Het huidige terrorisme is gevaarlijker en dwingt daarom tot uitzonderlijke maatregelen, stelden de makers van het wetsvoorstel.