Dat stelt Hans Rümke, directeur van Vaxinostics, het centrum voor vaccinstudies van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Vorig jaar waren er in Nederland ruim 9600 gemelde gevallen van kinkhoest. Het aantal meldingen lijkt in de eerste helft van 2005 niet af te nemen, ondanks de komst van een nieuw vaccin.Volgens Rümke is dat te wijten aan het feit dat ook het nieuwe vaccin is gemaakt van dezelfde eiwitten als het oude vaccin. Voordeel van het nieuwe vaccin is wel dat het minder bijwerkingen geeft dan het oude. „Het biedt echter geen volledige bescherming tegen de ziekte”, aldus Rümke.

Sinds 1995 is het aantal gevallen van kinkhoest gestegen van ongeveer 3000 naar 9500 per jaar. Ongeveer 250 tot 400 kinderen met kinkhoest belanden daardoor jaarlijks in het ziekenhuis. Ook onder ouderen die de ziekte vroeger hadden komt weer kinkhoest voor. Naarmate het langer geleden is dat ze de ziekte doorstonden, kan een nieuwe infectie ernstiger vormen aannemen.

Een woordvoerder van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu spreekt van 2005 als een gemiddeld jaar. Er is geen sprake van een doorgaande stijging van het aantal ziektegevallen, maar ook niet van een duidelijke daling.

Wel is het aantal sterfgevallen door kinkhoest de laatste jaren afgenomen. De afgelopen tien jaar stierven acht kinderen aan de ziekte. Geen van hen was gevaccineerd. „Inenten beschermt kennelijk niet altijd volledig tegen de ziekte, maar wel tegen de sterfte”, aldus Rümke.