Japan heeft zichzelf in het kader van „wetenschappelijke vangst” vergunning gegeven om de komende zes maanden 935 dwergvinvissen te vangen en -voor het eerst sinds jaren- ook tien gewone vinvissen. De jacht is tegen de zin van een meerderheid van de lidstaten van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC), die deze zomer in het Koreaanse Ulsan nog dit Japanse vangstprogramma Jarpa-2 veroordeelde.De reis van dit jaar is de eerste in het kader van een nieuw zesjarig onderzoeksprogramma van het Instituut voor Walvisonderzoek in Japan, een departement van het ministerie van Visserij. Vorig jaar liep het oude onderzoeksprogramma, dat achttien jaar heeft geduurd, af met een laatste vangst van 440 dwergvinvissen.

Het instituut vindt dat de vangst van deze vissen mag worden uitgebreid, omdat er bewijs is dat de populatie groeit. Om dezelfde reden worden de gewone vinvissen gevangen. Volgend jaar wil het instituut ook gaan jagen ook bultruggen. De twee soorten staan op de lijst van zeer bedreigde diersoorten.

De IFAW riep de internationale gemeenschap gisteren ertoe op in te grijpen en de „wetenschappelijke massamoord” tegen te houden. De Zuidelijke IJszee is in 1994 door de IWC-landen aangewezen als beschermd walvisreservaat.

Dergelijke reservaten zijn bedoeld om de bedreigde walvispopulatie te laten herstellen, stelt Greenpeace. De organisatie is hoe dan ook tegen de walvisjacht en veroordeelt het uitvaren naar dit gebied daarom des temeer. „Japan zou alle andere landen moeten volgen in het respecteren van dit reservaat”, aldus woordvoerder Geert Drieman van Greenpeace.

Dat walvissen zouden bijdragen aan het grote vistekort -een ander argument van Japan voor de walvisvangst- verwijst Drieman naar het rijk der fabelen. „Wat een onzin. De walvis waar Japan op jaagt, eet geen vis maar voornamelijk kleine garnaaltjes.”

De Tweede Kamerfractie van GroenLinks wil dat Nederland de Japanse ambassadeur op het matje roept. Kamerlid Vos heeft minister Veerman (Landbouw) gevraagd of hij internationaal stappen wil ondernemen om Japan terug te fluiten.

De commerciële walvisjacht is wereldwijd verboden sinds 1986. Noorwegen heeft zich nooit aan deze IWC-afspraak gehouden. Andere landen vingen tot nu toe geringe aantallen van deze zeezoogdieren voor wetenschappelijk onderzoek.

Met name Japan en IJsland hebben steeds minder zin om zich nog langer aan het vangstverbod te houden. Het vlees belandt steeds openlijker in winkels en restaurants. Een vestiging van de Japanse fastfoodketen Lucky Pierrot lanceerde deze zomer zijn walvisburger, een broodje dwergvinvis.

Een woordvoerder van het Japanse instituut gaf toe dat na de vorige jacht 1,89 miljoen kilo walvisvlees is verkocht, waarmee 22,1 miljoen euro werd verdiend. Met het geld wordt verder wetenschappelijk onderzoek gefinancierd, aldus de woordvoerder.

De IWC-landen proberen al enkele jaren tevergeefs nieuwe afspraken te maken over de walvisvaart.