Het is de tweede moordaanslag op een advocaat van een lid van het gevallen Iraakse regime binnen een maand. Op 20 oktober, een dag na het begin van het proces tegen Saddam en zijn handlangers, werd advocaat Saadoun al–Janabi uit zijn kantoor ontvoerd.Het lichaam van Al–Janabi, die de voorzitter van de vroegere revolutionaire rechtbank Awad al–Bandar verdedigde, werd enkele uren later teruggevonden op het trottoir niet ver van zijn kantoor met twee schotwonden in het hoofd.

De aanslag op Al–Zubeidi vond dinsdagmiddag plaats in de door soennieten bewoonde wijk Adil in Bagdad. Een auto met gewapende mannen kwam naast de auto van de advocaat rijden, waarop de mannen het vuur openden. Bij de aanslag raakte Thamir al–Khuzaie, de advocaat van Saddams halfbroer Barazan Ibrahim, gewond.

Khalil al–Dulaimi, de belangrijkste advocaat van Saddam, beschuldigde de Iraakse autoriteiten ervan achter de aanslag te zitten. Volgens hem gebruikten de moordenaars een regeringsvoertuig bij de aanslag. Hij eiste een internationaal onderzoek naar de moord en herhaalde zijn verzoek om verplaatsing van het proces naar een neutraal land.

Al–Ubaidi, die ook lid is van het team advocaten dat Saddam en zijn trawanten bijstaat, beschuldigde de Iraakse overheid ervan niets te doen om de veiligheid van de advocaten te waarborgen. Ook zou de politie de eerste moord, op Al–Janabi, nauwelijks hebben onderzocht. ‘We eisen een diepgaand onderzoek en zware straffen voor de criminelen die deze terroristische misdaad tegen advocaten die enkel hun werk doen, op hun geweten hebben’, zei hij.

Saddam en zeven kopstukken van zijn regime zijn aangeklaagd wegens de moord op sjiitische inwoners van het stadje Dujail in 1982, na een mislukte aanslag op de president. Het proces tegen hen ging op 19 oktober van start en werd dezelfde dag nog geschorst tot 28 november om de verdediging meer tijd te geven de zaak voor te bereiden.

Na de moord op Al–Janabi staakten de andere leden van het advocatenteam de samenwerking met het Speciale Tribunaal, dat Saddam berecht, tot hun veiligheid gegarandeerd kon worden.

De advocaten wezen de hun aangeboden bescherming door militairen van het ministerie van binnenlandse zaken van de hand, waarbij zij refereerden aan de voornamelijk onder de soennitische minderheid circulerende geruchten dat zich bij dat ministerie sjiitische doodseskaders hebben gevormd die het gemunt hebben op soennieten. Onder Saddam had de soennitische minderheid het voor het zeggen in Irak.