Buitenland

Kremlin raakt greep op Kaukasusrepublieken kwijt

MOSKOU - De recente gewelddadigheden in de Zuid-Russische republiek Kabardië-Balkarië tonen aan dat het Kremlin steeds meer moeite heeft de veiligheid van zijn burgers te garanderen. Een toenemend aantal republieken op de noordelijke Kaukasus wordt het doelwit van aanvallen door moslimrebellen waarbij veel dodelijke slachtoffers vallen.

Karel Onwijn
31 October 2005 09:27Gewijzigd op 14 November 2020 03:07

Veruit de bekendst is de gijzeling van een school in het stadje Beslan in de deelrepubliek Noord-Ossetië vorig jaar september, waarbij ruim 330 gijzelaars omkwamen, van wie meer dan de helft kinderen. Een ander voorbeeld is de massale aanval in december vorig jaar op overheidsgebouwen in Nazran, de hoofdstad van de deelrepubliek Ingoesjetië. Daarbij kwamen 92 Russen om het leven. Bij het recente geweld in de hoofdstad van Kabardië-Balkarië, Naltsjik, kwamen meer dan 130 mensen om het leven - volgens de Russische autoriteiten meer dan de helft moslimrebellen.President Poetin wijt de toenemende onrust in dit deel van Rusland vooral aan de opkomst van het internationaal terrorisme en dicht buitenlandse krachten een belangrijke rol toe. Maar in de praktijk lijken voornamelijk lokale rebellengroepen verantwoordelijk te zijn voor de aanvallen, die daarom meer toe te schrijven zijn aan falend Russisch beleid in dit door hoge werkloosheid en corruptie gekenmerkte gebied.

Toen president Poetin in 1999 als premier aan de macht kwam, beloofde hij Rusland veiliger te maken. Het tegenovergestelde is gebeurd. Het land bevond zich bij Poetins aantreden al vele jaren in staat van oorlog met moslimrebellen in de afvallige Kaukasische republiek Tsjetsjenië die zich van Moskou onafhankelijk had verklaard.

Maar ondanks pogingen van de Tsjetsjeense moslimrebellen hun strijd uit te breiden naar aangrenzende door moslims bewoonde republieken bleven de gewelddadigheden toen grotendeels beperkt tot Tsjetsjenië zelf. In de rest van de noordelijke Kaukasus was het relatief rustig.

Als ultieme oplossing voor de onrustige situatie in Tsjetsjenië lanceerde Poetin al snel een Blitzkrieg. Maar in de praktijk is deze oorlog vele jaren gaan duren en kostte hij tienduizenden burgers het leven. Mede hierdoor gingen Tsjetsjeense guerrillastrijders hun gewelddadige acties op steeds grotere schaal buiten hun oorspronkelijke woongebied voeren. Het bekendste voorbeeld is de gijzeling van meer dan 800 mensen in het Moskouse Doebrovka-theater, waarbij tijdens de bevrijdingsactie meer dan 120 gijzelaars om het leven kwamen.

Het brute optreden van het Russische leger in Tsjetsjenië zelf heeft in de andere Kaukasische deelrepublieken de daar al sluimerende afkeer van de Russische autoriteiten versterkt. De aanhoudend hoge werkloosheid, de overal aanwezige overheidscorruptie en de relatief intolerante religieuze en etnische houding jegens de etnische bevolking hebben ervoor gezorgd dat vooral de jongeren in deze gebieden in toenemende mate zijn gaan radicaliseren.

Zij zijn zich in gewelddadige groepen gaan organiseren, waarbij de gemeenschappelijke moslimreligie een belangrijk bindmiddel vormt. Bovendien vormt het Tsjetsjeense verzet tegen de Russen niet zelden het lichtend voorbeeld. Tsjetsjeense rebellen hebben op hun beurt contact gezocht met deze groepen om gezamenlijk tegen de Russen te strijden.

Dit is opvallend, aangezien er van oudsher grote tegenstellingen bestaan tussen de verschillende etnische groepen op de Kaukasus. Maar in de praktijk blijkt de gezamenlijke afkeer van de ’ongelovige’ Russen het te winnen van de onderlinge etnische verschillen. Zij lijken te streven naar een Kaukasus zonder Rusland waar de islam de belangrijkste leidende kracht moet gaan vormen.

Bij alle recente aanvallen in de noordelijke Kaukasus waren de betrokken rebellen inderdaad afkomstig uit uiteenlopende Kaukasusrepublieken. Zo is de verantwoordelijkheid voor de aanval op Naltsjik opgeëist door het multi-etnische Kaukasus Front, waarvan behalve Tsjetsjenen, Kabardiërs en Balkariërs ook andere Kaukasiërs deel uitmaken. De groepen zijn vanuit de plaatselijke bevolking zelf ontstaan. Dat er zich tussen hen ook enkele internationale terroristen bevinden is niet uitgesloten, maar hun rol lijkt nihil.

Door zo eenzijdig de nadruk te leggen op het internationaal terrorisme en het ’bandietenkarakter’ van de rebellengroepen onderschat het Kremlin het gevaar van de recente ontwikkelingen op de Kaukasus en ook de mogelijkheden om tot een vreedzame oplossing te komen.

Volgens analisten zou dat laatste mogelijk zijn en zou daarbij een sleutelrol zijn weggelegd voor de regionale politieke leiders. Alleen geheel door de bevolking vertrouwde leiders zouden in staat zijn op termijn de radicalisering in deze gebieden tot stilstand te brengen, mits ze daarbij voldoende politiek gezag en macht hebben om de lokale maffiose clans te neutraliseren. Het Kremlin is de afgelopen jaren juist begonnen met het benoemen van volledige outsiders zonder lokaal gezag, met het verwachte tegenovergestelde effect.

Toch lijkt een aantal naaste medewerkers van president Poetin te beseffen dat er een nieuwe aanpak nodig is om te voorkomen dat de Kaukasus op termijn verloren gaat voor Rusland. Poetins adviseur Dmitri Medvjedev pleitte onlangs voor intensievere samenwerking en coördinatie tussen de verschillende leiders in de desbetreffende regio.

Poetins vertegenwoordiger op de Kaukasus zelf, Dmitri Kozak, meent dat er vooral serieus werk gemaakt moet gaan worden van de bestrijding van armoede en werkloosheid in het gebied. Het grootste obstakel daarbij vormen volgens hem de corrupte lokale overheden, waardoor een groot deel van het federale hulpgelden in onbekende zakken verdwijnt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer