OVSE-waarnemer getuigt tegen Milosevic
De Joegoslavische voormalige leider Milosevic leek maximale controle te hebben op alles wat in Kosovo gebeurde, ten minste dat wat de „Servische zijde betrof.” Dit heeft de voormalige leider van de waarnemersmissie van de OVSE in Kosovo (KVM) William Walker dinsdag tegenover het Joegoslavië-tribunaal gezegd.
De aanklagers pogen aan te tonen dat Milosevic als staatshoofd persoonlijk verantwoordelijk is voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Kosovo.
Walker beklemtoonde dat er maar weinig schakels waren tussen hem als OVSE-man in Kosovo en de leider van het land. Walker getuigt tegen Milosevic en laat zijn licht schijnen over met name de gebeurtenissen in Racak. De vondst van ongeveer 45 lichamen in en rond dat dorp op 16 januari 1999 was aanleiding voor de NAVO om Joegoslavië op 24 maart aan te vallen. Walker ging naar Racak en stelde er onmiddellijk vast dat Servische eenheden van het ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk moesten zijn geweest voor een massamoord.
Hij trok die conclusie na met enkele etnische Albanezen te hebben gepraat. Verder zei een Amerikaan met een „militaire achtergrond”, die lid was van de KVM, dat hij kogelhulzen had gevonden van het kaliber waarmee de slachtoffers moesten zijn vermoord, aldus Walker.
Walker omschreef dinsdag de soms schamper glimlachende Milosevic als een man die alleen aan de top stond en die advies noch kritiek aanvaardde.
Milosevic was als staatshoofd opvallend ongedwongen in zijn stijl en wars van formaliteiten. In wat aanklager Nice echter een „classic Milosevic encounter” (klassiek oog in oog met Milosevic) noemde, was hij eerst vriendelijk, maar nooit tot enige buigzaamheid te bewegen. Hij domineerde de gesprekken volkomen. Hij had geen tolk nodig en sprak vloeiend Engels. Walker zag nooit iemand aantekeningen maken bij de ontmoetingen.
Berichten die niet met zijn visie strookten, werden ronduit ontkend. Ze moesten dan uit de koker komen van de UCK-terroristen of de partijdige buitenlandse pers.