Iran niet te snel vertrouwen
De conservatieve Iraanse president Mahmud Ahmadinejad heeft dinsdag gezegd dat Israël „van de kaart” moet worden geveegd. Van Iran blijft een dreiging uitgaan. Mede als gevolg van de weinig succesvolle onderhandelingen van de EU met Iran over het nucleaire programma, stellen drs. B. Belder en drs. H. J. van Schothorst.

Achttien jaar lang was Iran bezig met controversiële nucleaire experimenten. Zonder dit te melden aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA). Onder grote internationale druk kwam het land in 2003 met deze bekentenis naar buiten. De handelwijze is in flagrante strijd met het door Iran medeondertekende non-proliferatieverdrag. Volgens de VS reden om de kwestie te agenderen in de VN-Veiligheidsraad. Het IAEA spaart evenwel kool en geit. China en Rusland hebben andere belangen. De EU geeft de voorkeur aan het onderhandelingstraject.De EU-3 (Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland) hebben namens de EU nu ruim twee jaar met Iran over de ontstane nucleaire crisis gesproken.
Volgens Mussavian, een prominent lid van zowel het Iraanse onderhandelingsteam als de nationale veiligheidsraad, waren de onderhandelingen met de EU-trojka niet meer dan een afleidingsmanoeuvre en dekmantel, om zodoende tijd te winnen voor de verdere ontwikkeling van het kernprogramma. Chef-onderhandelaar Larijani van Iran zegt het nu openlijk: „We hebben het recht ons nucleair te verdedigen.” Ook stelt hij dat het Iraanse nucleaire programma onder geen enkel beding ooit gestopt zal worden. Het resultaat van de jarenlange gesprekken is dus het omgekeerde van hetgeen de EU wilde bereiken.
Verdeeldheid
Vervolgens is Iran erin geslaagd de EU-trojka te splijten of ten minste interne verdeeldheid te zaaien. En niet alleen dat, óók de aanvankelijk gezamenlijk opererende trans-Atlantische partners die zo eendrachtig mogelijk samenwerkten om de diplomatie een kans te geven. De scheidende Duitse bondskanselier heeft, gedrongen door een alles in de waagschaal stellende begeerte naar een nieuw electoraal mandaat, hiervoor gezorgd. De militaire optie, die gewoonweg niet aan de orde is, wees hij unilateraal en op voorhand af. En passant maakt Schröder impliciet Washington in plaats van Teheran tot de oorlogsdrijver. In hoeverre is hier nog sprake van een werkzaam gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) op Unie-niveau?
Vertegenwoordigers van EU en IAEA geven toe dat de rollen zijn omgedraaid in het kat-en-muisspel. Eerst was Iran de muis en genoemde partijen de kat, nu is het andersom. Als er geen concrete en adequate maatregelen worden genomen, blijven we aan de leiband van Iran lopen. Met alle gevolgen van dien.
Het Europees Parlement is zover nog niet. Zijn resolutie van 13 oktober erkent dat Iran aangegane verplichtingen niet is nagekomen. De besprekingen zijn op 3 augustus mislukt. Dit vanwege de hervatting van het Iraanse activiteiten inzake uraniumverrijking te Isfahan. Ook stelt het EP zich geheel op achter de resolutie van het IAEA van 24 september waarin vanwege gerede twijfel aan ’s lands vreedzame doeleinden de VN-Veiligheidsraad handelingsbevoegd wordt geacht. Maar de aanbevelingen zijn geheel anders. Ondanks Irans opblazen van de besprekingen spreekt het EP zijn „aanhoudende steun” uit voor een diplomatieke oplossing. Hierbij moeten de EU-3 toch de onderhandelingen, in nauwe samenwerking met het IAEA, weer op gang pogen te brengen. Dit in „goed vertrouwen en zonder dreigementen.” Let wel, met het recht op een kernprogramma voor Iran en de militaire optie bij voorbaat van tafel.
Indammen
In onze ogen is dit de wereld op zijn kop. Onze bijdrage aan het plenaire debat wijst dan ook een andere weg. De Veiligheidsraad zou rekening moeten houden met de inktzwarte staat van dienst van het Iraanse regime. We kunnen niet de kapitale fout begaan dit schrikbewind, als hoofdsponsor van het internationale en regionale terrorisme, te geloven als het zegt slechts alternatieve energiewinning op het oog te hebben. De politieke prijs voor president Ahmadinejad moet onaanvaardbaar hoog worden. En dat betekent een trans-Atlantische aanpak met alle opties op de tafel. De VN-Veiligheidsraad moet nu aan zet komen met een effectieve indammingsstrategie tegen de gevaarvolle Iraanse atomaire aspiraties.
De positie van met vetorecht bedeelde landen als Rusland en China is problematisch. Maar we kunnen het ons niet veroorloven dat Iran bij gebrek aan internationale overeenstemming ongestoord zijn nucleaire agenda doorzet. De ernstige regionale consequentie zal zijn dat de Arabische buren in de verleiding zullen komen naar hetzelfde wapen te grijpen, terwijl voor Israël Iran als atoommacht in feite onacceptabel is. Mondiaal bezien zou dit het einde betekenen van het nucleaire non-proliferatieverdrag. En wat te denken als dit soort wapens in handen van terroristen zal vallen?
Een beslissende test is aanstaande voor de geloofwaardigheid en de effectiviteit van het GBVB en van multilaterale instellingen als het IAEA en de VN. Voortvarende actie van de Veiligheidsraad is geen weg naar een oorlog, het is wellicht de laatste kans een oorlog te vermijden.
De auteurs zijn respectievelijk europarlementariër en beleidsmedewerker eurofractie CU-SGP.