Amerikaans dodental in Irak nu 2000
NEW YORK - Het Amerikaanse ministerie van Defensie heeft dinsdag drie nieuwe militaire slachtoffers in Irak gemeld. Dat betekent volgens de telling van het persbureau Associated Press (AP) dat er nu 2000 Amerikaanse militairen zijn gesneuveld sinds het begin van de invasie in maart 2003.
„Tweeduizend doden en meer dan 15.000 gewonden en dit is nog lang niet het einde van dit zinloze verhaal”, aldus Democratisch senator Robert Byrd dinsdag in de Senaat, die een minuut stilte in acht nam om de gevallenen te gedenken.Tijdens een toespraak op de luchtmachtbasis Bolling bij Washington zei president Bush dat Amerika in Irak „een aantal van onze fijnste zonen en dochters heeft verloren.” Dat verlies is volgens de president alleen zinvol „als Washington de missie die wij in Irak zijn begonnen voltooit.”
Bush prees het feit dat de nieuwe grondwet was goedgekeurd, zoals dinsdag werd bekendgemaakt. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat hij deze goedkeuring zou aangrijpen om meer steun te werven voor de oorlog in Irak, die in Amerika steeds minder populair wordt. Volgens de laatste opiniepeiling van AP staat nog maar 37 procent van de bevolking achter de Amerikaanse oorlog in Irak. De nieuwe -symbolische- grens van het 2000e slachtoffer maakte de nieuwe „democratische mijlpaal” duidelijk minder luisterrijk dan gepland.
De Amerikanen zijn niet blij met de oorlog in Irak, met het gestuntel van Washington na de orkaan Katrina, met de stijgende energieprijzen en met alle huidige schandalen in Washington. Volgens een onderzoek van de Harvard-universiteit in Cambridge (Massachusetts) meent 66 procent dat Amerika „in een crisis verkeert.” Van de ondervraagden hoopt 65 procent dat men in de toekomst „betere leiders” krijgt.
Een peiling van het Pew Research Centrum leverde een waardering voor de Republikeinse regering op van 45 procent tegenover 59 procent een jaar geleden.
Een van de redenen waarom de oorlog in Irak onder Amerikanen zo impopulair is, is het relatief hoge dodental (25 procent) onder leden van de Nationale Garde. De garde is eigenlijk bedoeld als organisatie die binnen de VS moet helpen bij onlusten of rampen, zoals de recente orkanen. Omdat het leger niet voldoende mensen heeft om aan alle internationale verplichtingen te voldoen, worden de ’zondagssoldaten’ van de Nationale Garde nu steeds meer in het buitenland ingezet.
Politieke waarnemers wijzen er verder op dat het dodental onder de Irakezen veel hoger is dan onder de Amerikanen. Volgens officieuze schattingen -de Amerikanen houden het aantal slachtoffers onder de Iraakse bevolking gemakshalve maar niet bij- zijn er onder de Irakezen sinds het begin van de invasie tussen de 27.000 en 30.000 doden gevallen.
Het aantal gewonden en misvormden is een veelvoud van deze raming. „Tweeduizend Amerikaanse doden is natuurlijk een tragedie, maar wij vergeten makkelijk de veel zwaardere tol die de Iraakse bevolking betaalt voor deze omstreden oorlog”, aldus Michael O’Hanlon, politiek analist van het Brookings Research Instituut in Washington.