Kinderbijslag gaat naar kinderkleding
AMSTELVEEN - Driekwart van de huishoudens gebruikt de kinderbijslag onder meer om kinderkleding te kopen. Voor bijna de helft van de huishoudens uit de hogere inkomensgroepen is de kinderbijslag tevens een welkome bijdrage aan de huishoudpot.
Tevens staat driekwart van de Nederlanders achter financiële regelingen voor kinderen, zoals de kinderbijslag.Op 18 november 2005 organiseert de SVB een conferentie met als thema ”Kind en sociale zekerheid”. In dat kader heeft de SVB onderzocht waaraan ouders de kinderbijslag uitgeven.
De belangrijkste conclusie is dat ouders het geld vooral uitgeven aan primaire zaken, zoals kleding en school, en pas daarna gebruiken voor luxe doeleinden, zoals de entree voor pretparken en contributie voor verenigingen.
Ook is er in Nederland veel steun voor dergelijke regelingen. Ruim driekwart van de mensen vindt ze belangrijk, omdat een maatschappij zonder kinderen geen toekomst heeft.
Mensen in de laagste inkomensgroepen noemen kleding het vaakst als bestedingsdoel voor de kinderbijslag (82 procent). Dat doel is ook bij de midden- en hogere inkomens het populairst, al verdwijnt het geld bij hen relatief gezien vaker voor een deel ook in de huishoudportemonnee (50 procent respectievelijk 45 procent). Bij mensen met een lager inkomen is dat iets minder vaak (38 procent) aan de orde. Schoolgeld, schoolboeken en een (latere) studie zijn andere populaire bestedingsdoelen.
Opvallend is ook dat de hoogste inkomens (vanaf 45.000 euro) het vaakst aangeven de kinderbijslag (deels) opzij te zetten voor de studie van hun kinderen. SVB-onderzoekster Tineke de Jonge verklaart dit uit het feit dat mensen met een hoog inkomen zelf vaak ook hebben gestudeerd en daarom wellicht verwachten dat hun kind later eveneens gaat studeren.
Uit onderzoek dat het NIPO uitvoerde in opdracht van de Sociale Verzekeringsbank blijkt dat driekwart van de huishoudens het redelijk vindt mee te betalen aan kindregelingen. Te noemen vallen kinderbijslag, korting in de belasting voor mensen met kinderen en kinderopvang.
Van de huishoudens met kinderen vindt 82 procent het redelijk om mee te betalen, omdat volgens hen een maatschappij zonder kinderen geen toekomst heeft. Bij de huishoudens die geen kinderen hebben, maar wel kinderen willen, is dat percentage 75 procent. Het percentage bij mensen die geen kinderen hebben en dat ook niet willen, is volgens het onderzoek „aanmerkelijk lager”, 56 procent.
