VS eisen optreden tegen Syrië
NEW YORK - De Verenigde Staten eisen een krachtig optreden tegen Syrië na het onderzoek van de Verenigde Naties naar de moord op de Libanese ex-premier Rafiq Hariri.
In het rapport staat dat de Syrische veiligheidsdienst en andere hoge Syrische functionarissen betrokken waren bij de aanslag in februari. Ook heeft Syrië het onderzoek proberen tegen te werken.De Amerikaanse president Bush heeft de conclusies uit het rapport „diep verontrustend” genoemd. Hij spoorde de Verenigde Naties vrijdag aan dit zo snel mogelijk met Syrië te bespreken.
Bush’ ambassadeur bij de VN, John Bolton, zei vrijdag dat het rapport een „krachtig vervolg” krijgt in de Veiligheidsraad. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice zei dat de VS zullen proberen via de Veiligheidsraad Syrië sancties op te leggen.
Het regime van de Syrische president Bashar Assad staat al onder zware druk van de Amerikaanse regering, omdat Damascus steun zou verlenen aan terroristen en Iraakse rebellen. De Veiligheidsraad buigt zich waarschijnlijk dinsdag over het rapport.
De leider van onderzoek, de Duitse officier van justitie Detlev Mehlis, overhandigde het rapport donderdag in het VN-hoofdkwartier in New York aan secretaris-generaal Kofi Annan van de volkerenorganisatie. Volgens Mehlis hadden de moordenaars de zaak langdurig voorbereid. Het motief voor de moord was volgens het onderzoek ’politiek’. In het rapport wordt onder meer de naam genoemd van het hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst, Asef Shawkat, de zwager van de Syrische president.
Ook beschuldigt Mehlis Syrische functionarissen ervan pogingen te hebben ondernomen zijn onderzoek te dwarsbomen. Onder anderen minister van Buitenlandse Zaken Faruq al-Shara heeft de VN-onderzoekers een brief gestuurd met „valse informatie”. De Duitser ondervroeg ook een aantal andere Syrische hoogwaardigheidsbekleders. Een van hen was de voormalige minister van Binnenlandse Zaken Ghazi Kanaan. Hij pleegde vorige week zelfmoord.
Damascus heeft tot nu toe elke betrokkenheid bij de dood van Hariri ontkend. De Syrische minister van Informatie, Dakhlallah, verklaarde vrijdag dat het rapport „100 procent partijdig” was en een „politiek statement tegen Syrië, gebaseerd op aantijgingen van getuigen die bekendstaan om hun vijandige houding ten opzichte van Syrië.”
De Syrische VN-ambassadeur Fayssal Mekdad noemde het VN-rapport „een zeer politieke analyse” en ontkende ten stelligste dat Syrië geen medewerking zou hebben verleend aan de VN-commissie.
In het rapport wordt ook met een beschuldigende vinger richting de Libanese president Emile Lahoud gewezen. Een van de hoofdverdachten heeft enkele minuten voor de aanslag naar het mobieltje van Lahoud gebeld. Het kantoor van Lahoud heeft deze informatie vrijdag tegengesproken. Het gaat volgens een verklaring om een „campagne om druk uit te oefenen op de president.” Verscheidene Libanese parlementariërs riepen Lahoud vrijdag op om op te stappen omdat de president volgens hen is beschadigd.
Ook leidende figuren in de Libanese veiligheidsdienst zouden van de moordplannen op de hoogte zijn geweest.
De moord op Hariri zorgde voor veel onrust en massale demonstraties in Libanon. Veel Libanezen waren direct al overtuigd van de betrokkenheid van Syrië bij de moord. Hariri zou Damascus hebben geërgerd door zijn oppositie tegen de Syrische invloed in Libanon. Bij de aanslag in het centrum van Beiroet kwamen in februari ook twintig andere mensen om het leven.
Het Syrische leger intervenieerde in de jaren zeventig in de Libanese burgeroorlog en bleef bijna dertig jaar lang controle uitoefenen over het kleinere buurland. Het protest zorgde ervoor dat er een einde kwam aan de Syrische militaire aanwezigheid in Libanon.
De namen van een broer en een zwager van de Syrische president Bashar Assad en andere hoge Syriërs zijn uit het rapport verwijderd. In een eerdere versie, die enkele journalisten onbedoeld onder ogen hebben gekregen, werden deze figuren door een getuige aangewezen als deelgenoten van de samenzwering, aldus het persbureau AP.
Mehlis zei op een inderhaast bijeengeroepen persconferentie dat hij achter de definitieve versie staat. De namen zijn geschrapt, zei hij, omdat de verklaringen van de getuige niet konden worden onderbouwd. Publicatie zou een verkeerde indruk van schuld wekken, zei hij. Mehlis verzekerde dat niemand druk op hem heeft uitgeoefend om de namen te schrappen.
De geschrapte passages over beweerde betrokkenheid van Assads jongere broer Maher Assad, de veiligheidschef van Syrië, en zijn zwager Assef Shawkat, het hoofd van de militaire inlichtingsdienst, brengen de zaak wel heel dicht bij de Syrische president.
De VN-Veiligheidsraad buigt zich waarschijnlijk dinsdag over het rapport van Mehlis. De Syrische plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken Walid Mouallem verklaarde eerder dat het VN-rapport een ’instrument’ is voor een plan van de VS en Frankrijk om druk uit te oefenen op Syrië. „De volgende stap is het opleggen van economische sancties door een VN-resolutie”, aldus Mouallem. „Maar wij denken dat de Russen en de Chinezen tegen die sancties zullen zijn”. Het Syrische regime staat al onder zware druk van de Verenigde Staten, omdat Damascus steun zou verlenen aan terroristen en Iraakse rebellen.