Kerk & religie

„Zeker 50.000 christenen in Noord-Korea gevangen”

ERMELO - In Noord-Korea zitten zo’n 200.000 mensen vast in concentratiekampen, onder wie tussen de 50.000 en 70.000 christenen. Het communistische land neemt de eerste plaats in op de ranglijst christenvervolging van de stichting Open Doors.

Kerkredactie
20 October 2005 10:09Gewijzigd op 14 November 2020 03:04Leestijd 4 minuten

Open Doors maakte de nieuwe cijfers donderdag bekend. De organisatie kreeg de gegevens van „broeder Peter”, die veel contacten heeft met de ondergrondse Kerk in Noord-Korea. Om veiligheidsredenen wil Open Doors zijn identiteit niet bekendmaken. Vanwege zijn werk wordt broeder Peter door diverse geheime diensten gezocht.Een groot deel van de Noord-Koreaanse bevolking was vroeger christen. De hoofdstad Pyongyang stond zelf ooit bekend als het Jeruzalem van het Oosten. Sinds Kim Il Sung zijn land in 1945 bevrijdde van de Japanners, is er veel veranderd. Van de 20 miljoen mensen zijn er nog maar tussen de 200.000 en 400.000 christen, aldus Open Doors.

Volgens broeder Peter is er veel gaande in Noord-Korea. „Sinds 1995 zijn ten minste 2 miljoen mensen omgekomen van de honger. De staat kon door mislukte oogsten niet meer zorgen voor zijn mensen. Veel Noord-Koreanen gingen illegaal naar China om voedsel te kopen. Het voedsel dat ze niet zelf nodig hadden, werd verkocht op de zwarte markt. De reputatie van president Kim Jong Il is hierdoor beschadigd. Veel mensen zien hem niet meer als een onaantastbare god.”

Nog steeds proberen veel Noord-Koreanen de Tumen, de grensrivier met China, over te steken. Sommigen vanwege hun handelsbelangen, anderen willen definitief vluchten. De risico’s zijn echter groot. Peter: „Ik heb getuigenverklaringen van mensen die zijn opgepakt. De Noord-Koreaanse autoriteiten onderwerpen de gevangenen aan dagenlange verhoren. Ze worden veel geslagen en krijgen geen eten of drinken. De helft van de opgepakte mensen overleeft dit niet. De andere helft komt terecht in de meest verschrikkelijke werkkampen.”

Als vluchtelingen er wel in slagen China te bereiken, worden ze meestal geholpen door christenen. „Vroeger gingen Noord-Koreanen op zoek naar gebouwen met een kruis daarop”, zegt Peter. „Ze wisten dat daar mensen waren die hen wilden helpen. Tegenwoordig is dat geen optie meer. China steekt veel energie in het opsporen en uitzetten van Noord-Koreaanse vluchtelingen. Kerken in het grensgebied worden onder druk gezet om vluchtelingen aan te geven. Als ze niet meewerken, verliezen deze kerken hun registratie en individuele gemeenteleden kunnen tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen. Veel kerken hebben toegegeven en spioneren nu voor China.”

Vluchtelingen zijn dankbaar voor de hulp, maar uiten tegelijkertijd voortdurend kritiek op christenen. „Christenen die hen helpen, moeten accepteren dat de vluchtelingen geïndoctrineerd zijn”, aldus Peter. „Het duurt erg lang voor vluchtelingen beseffen dat bijna alles wat hun is geleerd, is gelogen. In het begin staan ze niet open voor het Evangelie. Ze hebben lang als beesten geleefd en hun harten zijn versteend. Maar als wij een arm om hen heenslaan, met hen meehuilen, en als ze meedoen aan kerkdiensten en bijbelstudie verandert er langzaam iets. Hun harten ontdooien.”

Sommige Noord-Koreanen die tot bekering komen, willen terugkeren naar hun geboorteland om te evangeliseren. Dat is erg risicovol, want wie gepakt wordt, wordt geëxecuteerd of naar een van de zwaarste werkkampen gestuurd. Voordat christenen teruggaan, worden ze eerst getraind. „Ze hebben alleen bijbelstudie nodig”, zegt Peter, „want in Noord-Korea kunnen ze alleen op de Heere God vertrouwen. Hun enige wapen is gebed. Omdat het zo gevaarlijk is een Bijbel te bezitten, leren ze grote delen uit hun hoofd.”

Na hun geheime terugkeer proberen christenen de naaste omgeving te bereiken met het Evangelie. Peter: „Tijdens de hongersnood ontstonden groepen mensen die elkaar hielpen. De meeste mensen hebben daardoor een kleine groep familieleden en vrienden die ze kunnen vertrouwen. De christenen leggen het Evangelie uit en vormen na verloop van tijd soms een huiskerk van vijf of zes mensen. Ze ontmoeten elkaar in het geheim.”

Open Doors Nederland startte begin dit jaar met een gebedsactie voor Noord-Korea. Drie jaar lang wordt er 24 uur per dag gebeden voor dit land. Inmiddels bidden ongeveer 1700 Nederlanders tien minuten per week op een vast tijdstip voor Noord-Korea. Ook andere landen hebben zich aangesloten bij de gebedsactie.

Broeder Peter heeft de ondergrondse kerk in Noord-Korea verteld dat internationaal voor haar wordt gebeden. „Het simpele feit dat andere christenen van hun situatie weten en voor hen bidden, geeft hoop en kracht. Zonder gebedssteun kunnen ze niet standhouden en het Evangelie verspreiden. Zonder gebed overleeft de Noord-Koreaanse Kerk niet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer