Klein Indonesië op polderklei in Almere
ALMERE (ANP) - De ondergrond is polderklei, maar de bewoners van het toekomstige Indische dorp in Almere moeten zich over een paar jaar toch echt in Indonesië wanen. De bedenkers willen er daarom bijvoorbeeld een satéhut en een Indonesisch restaurant neerzetten. Want de liefde gaat nu eenmaal door de maag, zegt een bekend spreekwoord.
Fotograferende toeristen zijn nog toekomstmuziek, maar dit vooruitzicht klinkt voorzitter W. Stahlberg van de Stichting Rumah Senang, de drijvende kracht achter het dorp, als muziek in de oren. In de wijk, die een verkapt dorp binnen de stad Almere wordt, moeten ongeveer 200 huur- en koophuizen komen. Over de belangstelling voor het project heeft de stichting niet te klagen. Tot nu toe meldden zich 500 geïnteresseerden bij de stichting aan.De initiatiefnemers laten de woningen speciaal in de authentieke minang-kabaustijl bouwen. „Er zijn wel tachtig mogelijkheden, maar dit is de meest herkenbare. Veel mensen zullen deze beelden wel herkennen. Van foto’s of de televisie, want je ziet het vooral veel op Sumatra.” Stahlberg ontmoette veel enthousiasme. Zeker bij oud-Indiëgangers en bij Molukkers die na de onafhankelijkheid van Indonesië massaal naar Nederland zijn gekomen. „Onze cultuur is er eentje van eten en veel praten. Dat is natuurlijk veel gezelliger als je met een hele groep vlak bij elkaar zit.”
Geboren Nederlanders zijn straks trouwens ook welkom. „Het gaat erom dat iedereen zich er lekker voelt. Vandaar het woord senang in onze naam, omdat dit uitdrukking geeft aan dat gevoel. Dus als iemand het vakantiesfeertje uit Indonesië het hele jaar wil proeven, houden we hem niet tegen.”
Zelfs oud-Indiëgangers uit Spanje en Amerika hebben hun blik inmiddels op het Nederlandse project gericht. Deze groep heeft heimwee naar het oude geboorteland, maar verhuist toch liever naar het kleine Indonesië op de polderklei dan naar het eilandenrijk zelf.
De oer-Hollandse E. Snoek (55) uit Almere heeft andere redenen om naar het dorp te willen verhuizen. Zijn verste vakantie tot nu toe ging naar eigen zeggen naar Spanje, want hij is niet zo reislustig. Toch weet hij best hoe de Indische cultuur in elkaar steekt. „Ik heb diverse vrienden in die kringen. Ik vind het hechte familiegevoel zelf erg mooi. Dat mis ik wel een beetje bij Nederlanders.”
Zijn plaatsgenoot A. Nelson (72), die ook belangstelling heeft, bracht zijn jeugd op zijn beurt door op Nieuw-Guinea. Hij zat daar als jongen in een jappenkamp. De Almeerder kwam vervolgens in 1949 naar Nederland, maar is alweer enkele keren terug geweest. „Dat geluk heeft alleen niet iedereen gehad. Ik wil mijn belevenissen daarom graag met anderen delen.” Nelson ziet een verhuizing naar het Indische dorp niet als een ontsnapping uit Nederland. „Mensen afkomstig uit Indonesië zijn juist goed geïntegreerd. Wij zijn er ook heel trots op dat autochtonen ons als hun gelijken zien. Maar tegelijkertijd hebben velen op hun vlucht wel van alles moeten achtergelaten. Terwijl je het voedsel en de leefgewoontes van daar echt niet zomaar vergeet.”
Secretaris L. Burgersdijk van Rumah Senang is allerlei belangstellenden tegengekomen die uit dezelfde families komen. Zij willen na lange tijd weer bij elkaar in de buurt wonen. Want de doelgroep woont verspreid door het hele land. Waarom kozen de initiatiefnemers dan voor Almere? „Omdat wij hier wonen. Als we een huis hadden gehad in Lutjebroek, hadden we het daar geprobeerd.”
Burgersdijk en Stahlberg schatten de bouwkosten op 40 tot 50 miljoen euro. De stichting kan dat niet zelf betalen. Er is daarom een samenwerking ontstaan met projectontwikkelaar Austin Nederland, Mees Makelaars en enkele woningbouwverenigingen. Het dorp krijgt vermoedelijk een plek in het nieuwe stadsdeel Almere Poort. De bouw kan met een beetje goede wil in 2007 beginnen, maar dan moet de gemeente wel eerst het sein op groen zetten.
Volgens Stahlberg zijn de eerste kapers ook al op de kust. De Stichting Rumah Senang heeft het plan daarom snel gedeponeerd bij een Europees octrooibureau in Brussel. „Of dat juridische zekerheid biedt als iemand het toch na-aapt, weten we niet. Maar dit soort dorpen mag niet overal ontstaan. Want ons eigen project moet wel een beetje uniek blijven.”