Egeland vroeg de internationale gemeenschap om meer hulp. Volgens hem is slechts 50 miljoen dollar toegezegd van de 272 miljoen dollar waar de VN om hebben gevraagd. Het geld is bestemd voor directe noodhulp.Pakistan meldde eerder dat tot nu toe ongeveer 350 miljoen dollar aan internationale hulp is beloofd. Het gaat vooral om toezeggingen op de lange termijn.

De beving van vorige week zaterdag met een kracht van 7,6 op de schaal van Richter eiste zeker 25.000 mensenlevens en maakte ten minste 2,5 miljoen mensen dakloos.

Volgens Egeland dreigt het gebrek aan coördinatie bij de hulpverlening in het getroffen gebied „een ramp binnen een ramp” te worden. In de stad Muzaffarabad, waar iedere dag 60 tot 100 vrachtwagens met hulpgoederen binnenkomen, is sprake van een grote chaos. Egeland riep internationale en Pakistaanse hulporganisaties ertoe op beter samen te werken.

De Europese Commissie trekt 10 miljoen euro extra uit voor noodhulp aan de slachtoffers van de aardbeving in Pakistan en het aangrenzende Indiase Kasjmir. Dat geld komt boven op de eerder vrijgemaakte 3,6 miljoen euro.

Autoriteiten in het getroffen gebied hadden vrijdag gemeld dat een einde was gemaakt aan pogingen om overlevenden van de beving te vinden. De Pakistaanse militaire woordvoerder Shaukat Sultan heeft dat echter tegengesproken. Hij liet weten dat de autoriteiten de hoop op het vinden van overlevenden nog niet hebben verloren. Hij zei dat twee operaties naast elkaar lopen. Dat is enerzijds de zoektocht naar overlevenden en anderzijds het verlenen van hulp aan de getroffenen.

Om de honderdduizenden daklozen op te vangen, komen er in Pakistan zeer grote tentenkampen. Informatieminister Sheikh Rashid Ahmed zei dat bij Islamabad en Rawalpindi snel vijf kampen opengaan, met elektriciteit, verwarming en voedsel.

Volgens de Pakistaanse bewindsman hebben hulpverleners nu veel van de afgelegen gebieden weten te bereiken, maar is één vallei nog totaal onbegaanbaar. Vanuit de bergen komen nog steeds duizenden overlevenden van de ramp naar de grote steden, op zoek naar hulp en eten. Tienduizenden zouden naar de verwoeste stad Balakot zijn gelopen.

Volgens veel getuigen zijn de omstandigheden in de bergdorpen erbarmelijk. „Niemand is ons te hulp geschoten. We hebben de gewonden moeten achterlaten”, aldus een 28-jarige vluchteling.