Russische troepen bestormen schuilplaats rebellen
NALTSJIK (ANP/AFP/RTR) – Russische troepen hebben vrijdagochtend een schuilplaats van rebellen in de Russische deelrepubliek Kabardië–Balkarië bestormd. Volgens getuigen hielden de gewapende opstandelingen zich schuil in een winkel in het zuiden van de hoofdstad Naltsjik, de stad waar donderdag rebellen een gecoördineerde reeks aanvallen uitvoerden.
Een commandoactie door Tsjetsjeense rebellen in de Russische deelrepubliek Kabardië–Balkarië heeft donderdag ook al tientallen levens geëist. De opstandelingen voerden in de hoofdstad Naltsjik „zorgvuldig voorbereide" gecoördineerde aanvallen uit op verscheidene doelen, aldus een functionaris van het regionale ministerie van Binnenlandse Zaken.De aanvallers drongen politiebureaus, gebouwen van Russische federale veiligheidsdiensten, militaire installaties, kantoren van de drugsbestrijdingsdienst en het vliegveld binnen. De aanvallen in de 280.000 inwoners tellende stad in de Kaukasus begonnen rond negen uur ’s ochtend en werden rond het middaguur afgerond. In totaal 150 strijders zouden de actie hebben uitgevoerd.
Volgens de jongste officiële Russische gegevens zouden 61 van hen het niet hebben overleefd. Ook kwamen dertien burgers en twaalf agenten om door het geweld, aldus de autoriteiten in Kabardië–Balkarië. Een dozijn opstandelingen zou gepakt zijn.
De Russische president Poetin liet er donderdag geen twijfel over bestaan wat er gebeurt met commando’s in Naltsjik die zich niet onvoorwaardelijk overgeven. De stad is van de buitenwereld afgegrendeld met pantservoertuigen. Elke gewapende opstandeling moet worden gedood. „Iedereen die gewapend verzet biedt, moet ter plekke worden geliquideerd", aldus onderminster van Binnenlandse Zaken Tsjekalin. „Dit bevel van de president zal worden uitgevoerd".
Poetin lijkt met zijn gespierde taal van donderdag ten aanzien van Naltsjik een les te hebben getrokken uit het drama op een school in Beslan in september vorig jaar. De Russische president kreeg veel kritiek te verduren omdat hij te lang had gezwegen. De gijzelingsactie in Noord–Ossetië eindigde in een bloedbad. Meer dan 360 mensen, onder wie 186 kinderen, vonden de dood. Veiligheidstroepen in Beslan, dat 100 kilometer van Naltsjik ligt, werden donderdag in de hoogste staat van paraatheid gebracht.
De jongste aanvallen ontkrachten beweringen van het Kremlin dat het de situatie in de Kaukasus onder controle heeft. De regio in het uiterste zuiden van het land is vaker het toneel van bloedige acties van militante moslimstrijders uit Tsjetsjenië. De aanvallen van donderdag vertonen volgens experts gelijkenissen met die van juni 2004 in Nazran in Ingoesjetië. Rebellen vielen politiegebouwen aan en hielden die korte tijd bezet. Circa zestig mensen kwamen om, onder wie veel agenten.
De verantwoordelijkheid voor de actie van donderdag is opgeëist door de Strijdkrachten van de Tsjetsjeense Republiek. „Krachten van het Kaukasische Front – een eenheid van de Strijdkrachten van de Tsjetsjeense Republiek – zijn de stad in gegaan, samen met aanvalsbrigades van de Yamuk van Kabardië–Balkarië", stond te lezen op een Tsjetsjeense website waar doorgaans aanslagen en aanvallen worden opgeëist.
Kabardië–Balkarië geldt als een bolwerk van militante moslims. Eerder dit jaar brachten politieagenten vijf vermoedelijke moslimsterroristen om, die zich in een huis in Naltsjik hadden verschanst.
De bevolking van Kabardië–Balkarië bestaat uit ongeveer 900.000 mensen. Naast de Kaukasiërs zijn de Balkaren, die een Turkse taal spreken, een belangrijke bevolkingsgroep in de deelrepubliek. In 1996 riepen Balkaren een eigen republiek uit, maar die werd niet erkend. Alleen vanuit Tsjetsjenië kregen de Balkaren steun voor hun streven naar onafhankelijkheid.