Moeilijke positie activisten in Palestijns gebied
JERUZALEM (AP) - De relatieve vrijheid die mensenrechtengroepen in Israël genieten, staat in schril contrast met de manier waarop zij hun werk in de Palestijnse gebieden kunnen doen.
Dat heeft Hina Jilani, de speciale gezant van de Verenigde Naties voor mensenrechtenactivisten, gezegd na afloop van een bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden.Volgens Jilani zijn het vooral de door Israël opgelegde beperkingen in de bewegingsvrijheid die het mensenrechtenactivisten moeilijk maken hun werk goed te kunnen doen. Israël veroverde in de oorlog van 1967 de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Vorige maand trok Israël zich uit het laatstgenoemde gebied terug. Ongeveer 2 miljoen Palestijnen wonen op de Westelijke Jordaanoever, die nog in Israëlische handen is.
Volgens Jilani ondervinden mensenrechtengroepen soms ook ernstige hinder van Palestijnse kant. In het verleden werden zij onder meer geconfronteerd met machtsmisbruik en bedreiging door Palestijnen.
Woordvoerder Mark Regev van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken zei dat mensenrechtengroepen in Israël in principe ongehinderd hun gang kunnen gaan, ondanks dat de veiligheidssituatie soms problemen oplevert. Israël komt met een volledig antwoord zodra Jilani’s rapport aan de mensenrechtencommissie van de VN gepresenteerd is, aldus Regev. Dat zal in april 2006 gebeuren.