Monster dat altijd met je meereist
NIJVERDAL - „Depressie is een monster dat altijd met je meereist.” Sophie van Aarden (45) kan het weten. Al vijftien jaar lang lijdt ze aan deze aandoening, die door de omgeving niet altijd wordt begrepen. „Ik wil begrip kweken voor mensen met deze ziekte en vooral voor christenen die hun depressie moeilijk kunnen verenigen met hun geloof.”
In eerste instantie wil ze haar verhaal onder haar eigen voornaam vertellen. Uiteindelijk kiest ze toch bewust voor het pseudoniem Sophie van Aarden. „Mijn depressie is geen geheim. Iedereen die mij kent, weet ervan. Maar het gaat mijn draagkracht te boven om met mijn naam in de krant te staan. Dat levert stress op waarop ik niet zit te wachten.”De Nationale Dag Geestelijke Volksgezondheid, maandag, staat deze keer in het teken van depressie. De beeldvorming over deze ziekte moet volgens het Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid (NFGV) veranderen. „Depressie is een ziekte en geen teken van zwakte. Het wordt hoog tijd dat de patiënt op meer begrip kan rekenen”, stelt het NFGV, dat de dag organiseert.
Sophie -getrouwd en moeder van drie kinderen- lijdt al vijftien jaar aan depressie. Somberheid en desinteresse zijn daarvan belangrijke symptomen. Doordat ze die probeert te onderdrukken („Anders heb ik geen leven”) heeft ze veel last van onder meer moeheid, concentratie- en slaapproblemen. „Het gaat waarschijnlijk nooit over.”
Toen de klachten indertijd openbaar kwamen, zocht Sophie in eerste instantie pastorale hulp. Hoewel er serieus met haar probleem werd omgegaan, waren niet al haar ervaringen met het pastoraat positief. „Het verwijt van zelfmedelijden heeft me het meest zeer gedaan. Er werd onvoldoende onderkend dat ik heel depressief was.”
Na twee jaar werd Sophie doorverwezen naar een christenpsychiater. Daarna volgde een deeltijdbehandeling in de geestelijke gezondheidszorg. Die leverde niet het gewenste resultaat op. Uiteindelijk ging ze bij een riagg in psychotherapie. „De hulpverlener was geen christen, maar haar trouw en acceptatie waren geweldig. Ze zei: „Je bent een kwetsbaar plantje en ik zal je water geven totdat je voldoende geworteld bent om het zelf op te zuigen.”
Vijf jaar lang had Sophie wekelijks een gesprek met haar hulpverlener. Nu heeft ze nog een keer per veertien dagen „ondersteunend contact.” Verder heeft ze eens per week psychomotore therapie om haar te activeren en de conditie te verbeteren. Ze doet vrijwilligerswerk en heeft een betaalde functie op projectbasis -enkele uren per week- voor een onderzoeksinstituut.
Sophie realiseert zich dat ze met haar depressie moet leven. „Ik heb het complete behandelprotocol doorlopen, heb alle medicijnen gehad en het heeft niet gewerkt. Elke dag is een gevecht: wassen en aankleden is soms onoverkomelijk en ik zie de planten onder mijn ogen doodgaan, maar water geven lukt niet.
Op een gegeven moment wilde ik niet verder. Ik dacht: Ik stop met eten, totdat ik dood ga. Maar het lijnen stokte en ondanks mijzelf zijn er toch weer lijntjes naar het leven gekomen. God begrijpt mij, heeft al mijn vallen en mijn opstaan gezien. Hij alleen kan de diepte van mijn wanhoop peilen.”
Vanuit haar omgeving heeft Sophie in de loop der jaren het nodige meeleven gekregen, maar meer dan eens haakten mensen af als ze niet snel genoeg verbetering zagen. „Ik waardeer het als mensen op bezoek komen, een kaartje of bloemetje sturen. Als ze merken dat ze je niet kunnen helpen, bloedt het contact na enige tijd vaak dood. Ze onderschatten het gewicht van een depressie. Het is een monster dat altijd met je meereist.”
Met twee boezemvriendinnen kan Sophie goed over haar ziekte spreken. Toch legt ze niet alles bij hen op tafel. „Mijn echte wanhoop en de diepte van mijn pijn bewaar ik voor mijn behandelaars. Daarmee wil ik anderen niet belasten.”
Steun krijgt ze ook van haar man. Mede dankzij relatietherapie vonden ze een balans in hun huwelijk. „Twee op de drie huwelijken van mensen die chronisch depressief zijn, lopen stuk. Bij ons gaat het nu goed. Dat is een zegen. Mijn man heeft ook praktisch heel veel voor ons gezin gedaan.”
Zelf probeert Sophie zin te geven aan haar depressie. „Anders is het puur duisternis. Ik wil binnen de christelijke wereld begrip kweken voor mensen met deze ziekte. Daarom werk ik aan dit interview mee en publiceer ik regelmatig. Momenteel volg ik een opleiding voor psychopastoraal counselor. Misschien kan ik daar in de toekomst iets mee doen. Binnenkort houd ik voor het eerst een lezing over depressie voor een vrouwenvereniging. Het is een beetje zoeken. Ik wil niet mijn hele leven aan mijn depressie wijden, maar ik wacht af wat God op mijn pad brengt.”