CDA blijft noodzakelijke tegenkracht
Het CDA stelt orthodoxe christenen nogal eens teleur. De geschiedenis van de 25-jarige jubilaris laat diverse momenten zien waarop zijn compromisbereidheid zo groot was, dat bijbelse waarden in het gedrang kwamen.
Sprekende voorbeelden uit het verleden zijn de abortus- en euthanasiewetgeving. De achterliggende weken viel met name op hoe soepel de partij meedeint op de golven van het emancipatiestreven. Opschaling van de kinderopvangindustrie kan, als puntje bij paaltje komt, rekenen op loyale steun van de CDA-bewindslieden.Maar wie naar tweeënhalf decennia CDA-geschiedenis kijkt, moet altijd met twee woorden spreken. Want het valt niet te ontkennen dat de christen-democratie vaak een weerhoudende functie heeft als het gaat om de doorwerking van ten diepste revolutionaire ideeën. Acht jaar paars heeft laten zien dat een regering zonder CDA harder voortholt op verkeerde wegen dan een kabinet met christen-democraten.
Die twee benaderingen zijn ook mogelijk bij het rapport dat het wetenschappelijk instituut van het CDA deze week presenteerde. Wie daarin zoekt naar een krachtig pro-lifepleidooi, zoekt helaas tevergeefs. Dat neemt echter niet weg dat de commissie onder leiding van burgemeester Van der Tak van Westland met dit rapport een knap stuk werk heeft geleverd als het gaat om het vertalen van het christen-democratische mens- en wereldbeeld naar de maatschappelijke problemen van vandaag de dag.
Het is op zich al opmerkelijk dat een regeringspartij tot zo’n prestatie in staat is. Vaak genoeg hebben we immers gezien dat een grote partij die de smaak van het regeren te pakken heeft, in ideologisch opzicht verbleekt en verkommert.
Dat gold de PvdA in de gloriedagen van Kok, dat gold evenzeer het CDA in de hoogtij-jaren van Lubbers. „We rule this country”, pochte CDA-kamerlid Van Iersel in die tijd, niet beseffend dat de partij inhoudelijk aan het vermolmen was. De christen-democraten hebben altijd eerlijk toegegeven dat zij de oppositiebankjes nodig hadden om tot zichzelf te komen en hun gedachtegoed te herbronnen.
Dat het blijkbaar toch mogelijk is regerenderwijs te blijven nadenken over je eigen wortels, bewijst het deze week uitgebrachte rapport ”Vertrouwen in mensen”. Het bevat, zeker voor een nota van een wetenschappelijk instituut, tamelijk concrete aanbevelingen.
Managers mogen niet veel meer verdienen dan mensen die het werk uitvoeren, werkenden moeten zich al in hun huidige baan door scholing voorbereiden op eventueel ontslag, zodat ze op dat moment op de arbeidsmarkt niet met lege handen staan, en politieke partijen moeten eigen onderzoek kunnen doen of inhuren. Om maar enkele dingen te noemen. Het interessante hierbij is dat deze praktische voorstellen helder verbonden worden aan de principiële uitgangspunten van de partij.
Dat laatste geldt ook voor het krachtig de wacht betrekken bij het christelijk onderwijs. „Het CDA moet pal blijven staan voor de rechten van culturen en religies om zichzelf te organiseren in het middenveld en in het onderwijs”, stelt de nota van het wetenschappelijk instituut. Juist de achterliggende week laat zien dat dat „pal staan” geen overbodige luxe is.
Maandag immers presenteerde een ander wetenschappelijk instituut, te weten de Teldersstichting van de VVD, een rapport met een volstrekt tegenovergestelde stellingname. De overheid moet ermee ophouden „relischolen” te subsidiëren, aldus de liberale denktank. Islamitische, joodse en reformatorische scholen belemmeren de gewetensvrijheid van kinderen. Daar moeten we geen publieke middelen in stoppen. Godsdienst is iets voor het privé-leven, voor achter de voordeur.
Nu is dit denken, dat alle vormen van godsdienst uit het publieke domein wil verdrijven, gelukkig binnen de VVD nog geen gemeengoed. Maar dit antireligieuze geluid wordt in liberale gelederen wel steeds vaker en steeds indringender gehoord.
Daarom is het een weldaad dat er nog altijd een grote partij bestaat die er nadrukkelijk voor kiest de positieve waarde van godsdienst voor de samenleving te benadrukken. Die, denkend vanuit haar eigen ontstaansgeschiedenis en vanuit de Nederlandse traditie, een tegenkracht wil zijn tegen het oprukkende laïcisme, het streven om het openbare leven geheel aan de godsdienst te onttrekken.
Hoe lang het CDA in staat zal zijn zo’n tegenkracht te vormen, is volstrekt onzeker. „Als je visie hebt, heb je toekomst”, zei premier Balkenende bij het in ontvangst nemen van het rapport. Dat is echter wel erg eenzijdig en optimistisch gedacht. Politiek gezien heb je alleen toekomst als je visie door grote delen van de bevolking wordt gedeeld. En daarvan zou, gezien de ontkerkelijking en ontzuiling, in het geval van het CDA wel eens in afnemende mate sprake kunnen zijn.