Aegon verdedigde zich in Utrecht tegen een claim van de Vereniging Consument en Geldzaken. De vereniging wil namens 16.000 beleggers hun contracten in het aandelenleaseproduct Sprintplan terug laten draaien. Zij staan voor de rechtbank omdat ze vinden dat de schikking die wijlen Wim Duisenberg dit jaar bereikte in de rel rond aandelenlease, voor hen niet opgaat.Advocaat T. Hoekx verkondigde dat de ontevreden beleggers zijn misleid door Spaarbeleg, het dochterbedrijf van Aegon dat Sprintplan verkocht. De wijze waarop Spaarbeleg uitleg gaf over de mogelijke winsten en de investeringen die consumenten moesten doen „leidden tot verwarring en een onjuiste voorstelling van zaken".

De belangrijkste klacht van de vereniging is echter dat Spaarbeleg niet de juiste papieren had om beleggingen met geleend geld aan de man te brengen. Omdat Spaarbeleg niet over een vergunning beschikte om leningen te verstrekken, moeten de beleggingscontracten volgens de vereniging nietig worden verklaard. Als dat gebeurt, krijgen de beleggers al hun geld terug.

Aegon weerspreekt dat zijn dochterbedrijf een vergunning nodig had om consumentenkrediet te mogen verstrekken. Advocaat B. van der Velden zei dat aandelenlease niet te vergelijken is met normaal consumentenkrediet, omdat de beleggers het geld niet in handen krijgen. De lening wordt meteen gebruikt om effecten te kopen. De rechtbank in Utrecht heeft dit voorjaar al geoordeeld dat de Wet consumentenkrediet niet van toepassing is op aandelenlease.

In een proces dat een andere groep beleggers in Sprintplan aanspande, heeft dezelfde rechtbank eind vorig jaar geconcludeerd dat Aegon de fout in is gegaan. Het concern heeft een wanprestatie geleverd en onrechtmatig gehandeld, oordeelden de rechters in december 2004. Dochter Spaarbeleg is zijn zorgplicht naar de groep beleggers niet nagekomen en heeft hen niet juist geïnformeerd. Het concern heeft beroep aangetekend tegen het vonnis, dat impliceert dat beleggers eenvoudig de complete beleggingsovereenkomst kunnen terugdraaien.

Aegon verzette zich donderdag met hand en tand tegen de conclusies om te voorkomen dat de rechtbank in deze omvangrijke zaak tot een zelfde oordeel komt. Volgens advocaat Van der Velden moet Spaarbeleg niet te hard worden aangepakt op zijn zorgplicht, omdat Sprintplan zo in elkaar steekt dat beleggers nooit met een restschuld blijven zitten. Hun kosten bestaan uit de rentebetalingen voor de lening, die zij vijf jaar lang moeten betalen. „Het is te vergelijken met een abonnement op een krant of voor telefonie".

Hoewel de beleggers geen schuld hebben overgehouden aan Sprintplan, zijn velen van hen ontevreden omdat hun investering geen rendement heeft opgeleverd. Door een daling van de beurskoersen vanaf 2000 maakten zij geen winst. „Deze mensen dachten zij hier een spaarpotje aan over zouden houden. Daarom vertrouwden ze hun studiekosten en pensioen eraan toe", aldus Hoekx namens de beleggers.

De rechtbank zal zich woensdag 23 november uitspreken over de eis van de ontevreden beleggers.