Tot en met de vijftiende van elke maand is de palingvisserij gesloten. Het gedeeltelijke vangstverbod geldt totdat een lidstaat zelf een herstelplan heeft opgesteld voor deze vissoort. Dat zogenoemde ’nationale actieprogramma’ moet goedgekeurd worden door Brussel, aldus de Commissie die vorige week al maatregelen in het vooruitzicht had gesteld.Nederlandse vissers klagen er over dat er weinig meer te vangen valt in eigen land, omdat door overbevissing in andere lidstaten er al geen paling meer in nationale rivieren zwemt. Toch is volgens experts van de Europese Commissie een EU-wijd vangstverbod nodig. „In alle lidstaten is er sprake van overbevissing, zowel voor volgroeide vis als de kleinere glasaal”, aldus een EU-deskundige.

Voor de sector is elk vangstverbod „vervelend”, stelde minister Veerman van Landbouw in een reactie. Ook omdat een dergelijk besluit eigen initiatieven van de sector kan tegenwerken. De Nederlandse palingvissers werken op dit moment aan een herstelplan voor de aal, juist om te voorkomen dat Brussel moet overgaan tot een vangstverbod. „Ze zijn daar al een heel eind mee op pad”, aldus Veerman.

In Europa wordt jaarlijks 33.000 ton paling opgevist, waarvan iets meer dan de helft in speciale kwekerijen. Die vangst heeft een waarde van 150 miljoen euro. De vangst van kleinere glasaal bedraagt jaarlijks ongeveer honderd ton, die grotendeels bestemd is voor exportmarkten als China. Een kilo glasaal brengt volgens cijfers van de Europese Commissie al snel 1000 euro op. In de hele sector zijn 25.000 vissers werkzaam.